RvdW 2011/457
Verzoek voorlopig getuigenverhoor. Internationaal privaatrecht. EG-Bewijsverordening; exclusieve of faciliterende functie? HR stelt prejudiciële vragen aan HvJEU.
HR 01-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP3048
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 april 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
10/02071
- Conclusie
A-G Vlas
- LJN
BP3048
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP3048, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP3048, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑01‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑05‑2010
- Wetingang
Essentie
Verzoek voorlopig getuigenverhoor. Internationaal privaat-recht. EG-Bewijsverordening; exclusieve of faciliterende functie? HR stelt prejudiciële vragen aan HvJEU.
Verplicht de Verordening (EG) nr. 1206/2001 (EG-Bewijsverordening) de rechter van een lidstaat die besloten heeft tot het horen van een in een andere lidstaat woonachtige getuige, tot het volgen van een van beide in de verordening voorziene wijzen van bewijsverkrijging in een andere lidstaat? Of vervult de verordening een faciliterende functie doordat zij de rechter de bevoegdheid verleent om hetzij de weg van de verordening te volgen hetzij de in het nationale procesrecht voorziene mogelijkheden tot bewijsverkrijging? De Hoge Raad, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.