Gst. 2024/11
De president van de CRvB heeft A-G Wattel verzocht om een conclusie in een zaak die mede ziet op de weigering terug te komen van een onherroepelijk boetebesluit. Naar aanleiding van deze conclusie (ECLI:NL:CRVB:2022:2623) buigt een grote kamer zich over de invulling van het evident-onredelijk-criterium bij de beoordeling van de weigering van het om terug te komen van een onherroepelijk boetebesluit. Naar aanleiding van de conclusie van de A-G heeft het Uwv zich achter de conclusie van de A-G geschaard voor zover die inhoudt dat de boete te hoog is vastgesteld. Reeds om die reden is de weigering de onherroepelijke boete te verlagen evident onredelijk.
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
19 juli 2023
- Magistraten
Mrs. H.G. Rottier, M. Schoneveld, T.G.M. Simons, B.J. van Ettekoven en D.A. Verburg
- Zaaknummer
20/3253 TW
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2023:1363, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 19‑07‑2023
ECLI:NL:CRVB:2022:2623, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 06‑12‑2022
- Wetingang
Essentie
De president van de CRvB heeft A-G Wattel verzocht om een conclusie in een zaak die mede ziet op de weigering terug te komen van een onherroepelijk boetebesluit. Naar aanleiding van deze conclusie (ECLI:NL:CRVB:2022:2623) buigt een grote kamer zich over de invulling van het evident-onredelijk-criterium bij de beoordeling van de weigering van het om terug te komen van een onherroepelijk boetebesluit. Naar aanleiding van de conclusie van de A-G heeft het Uwv zich achter de conclusie van de A-G geschaard voor zover die inhoudt dat de boete te hoog is vastgesteld. Reeds om die reden is de ...