NJB 2015/1642:Mogelijkheid tot niet-ontvankelijkverklaring Openbaar Ministerie in vervolging in jeugdzaken vanwege ernstige overschrijdingen van de redelijke termijn? De Hoge Raad oordeelt dat mede gelet op de belangen van bijvoorbeeld mogelijke slachtoffers, al dan niet in de hoedanigheid van benadeelde partij, er onvoldoende reden is om in zulke gevallen het Openbaar Ministerie zijn vervolgingsrecht te ontzeggen en niet te volstaan met een minder verstrekkend rechtsgevolg als strafvermindering of de in art. 9a Sr bedoelde schuldigverklaring zonder toepassing van straf of maatregel. A-G: anders. Kan de afdoeningstermijn van zestien maanden als redelijk worden beschouwd in jeugdzaken? Ja, aldus de Hoge Raad. A-G: anders

NJB 2015/1642

Mogelijkheid tot niet-ontvankelijkverklaring Openbaar Ministerie in vervolging in jeugdzaken vanwege ernstige overschrijdingen van de redelijke termijn? De Hoge Raad oordeelt dat mede gelet op de belangen van bijvoorbeeld mogelijke slachtoffers, al dan niet in de hoedanigheid van benadeelde partij, er onvoldoende reden is om in zulke gevallen het Openbaar Ministerie zijn vervolgingsrecht te ontzeggen en niet te volstaan met een minder verstrekkend rechtsgevolg als strafvermindering of de in art. 9a Sr bedoelde schuldigverklaring zonder toepassing van straf of maatregel. A-G: anders. Kan de afdoeningstermijn van zestien maanden als redelijk worden beschouwd in jeugdzaken? Ja, aldus de Hoge Raad. A-G: anders

Documentgegevens:

HR 08-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2465

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 8 september 2015
Magistraten: Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien
Zaaknummer: 14/06491
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Jeugdstrafrecht
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2015:2465, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑09‑2015
Wetingang: (EVRM art. 6)

Essentie

Mogelijkheid tot niet-ontvankelijkverklaring Openbaar Ministerie in vervolging in jeugdzaken vanwege ernstige overschrijdingen van de redelijke termijn? De Hoge Raad oordeelt dat mede gelet op de belangen van bijvoorbeeld mogelijke slachtoffers, al dan niet in de hoedanigheid van benadeelde partij, er onvoldoende reden is om in zulke gevallen het Openbaar Ministerie zijn vervolgingsrecht te ontzeggen en niet te volstaan met een minder verstrekkend rechtsgevolg als strafvermindering of de in art. 9a Sr bedoelde schuldigverklaring zonder toepassing van straf of maatregel. A-G: anders. Kan de afdoeningstermijn van zestien maanden als redelijk worden beschouwd in jeugdzaken? Ja, aldus de Hoge Raad. A-G: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.