AB 2019/115
Geen asiel voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen die terug moesten keren naar Armenië.
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
24 augustus 2018
- Magistraten
Mrs. N. Verheij, H. Troostwijk, G. van der Wiel
- Zaaknummer
201806190/1/V3
- Noot
M.A.K. Klaassen en S.G. Kok
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS18163:1
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht / Verblijf
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:2815, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 24‑08‑2018
- Wetingang
Art. 29 lid 1 Vw 2000; art. 3 EVRM; art. 3 lid 1 IVRK; art. 24 lid 2 Handvest van de Grondrechten van de EU
Essentie
Twee alleenstaande minderjarige Armeense kinderen die niet in aanmerking komen voor de Regeling Langdurig verblijvende kinderen hebben ook geen recht op subsidiaire bescherming.
Samenvatting
In deze uitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat de staatssecretaris de doelen die de Raad voor de Kinderbescherming heeft opgesteld bij het opleggen van een kinderbeschermingsmaatregel, terecht niet heeft betrokken bij de beoordeling van de asielaanvragen van de vreemdelingen. Deze doelen gaan namelijk over het wegnemen van zorgen over de ontwikkelingsomgeving van de vreemdelingen. De vraag of deze doelen kunnen worden behaald, houdt geen verband met de redenen waarom de staatssecretaris een asielvergunning kan ...