Einde inhoudsopgave
Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Geldend
Geldend van 01-01-2016 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
13-10-2015, Stcrt. 2015, 36428 (uitgifte: 21-10-2015, regelingnummer: 2015-0000102547)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-10-2015, Stcrt. 2015, 36428 (uitgifte: 21-10-2015, regelingnummer: 2015-0000102547)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Pensioen
1.
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
aanvangsleeftijd: leeftijd, bedoeld in artikel 7a van de AOW, met ingang waarvan een niet verzekerd tijdstip leidt tot een korting op het ouderdomspensioen;
- b.
- c.
Minister: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
- d.
overbruggingsuitkering: overbruggingsuitkering als bedoeld in de artikelen 4 en 4a;
- e.
partneruitkering: partneruitkering als bedoeld in artikel 6;
- f.
pensioengerechtigde leeftijd: leeftijd, bedoeld in artikel 7a van de AOW, waarop recht op ouderdomspensioen ontstaat;
- g.
rechthebbende: rechthebbende als bedoeld in de artikelen 4 en 4a;
- h.
SVB: Sociale verzekeringsbank als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
- i.
zelfstandige: persoon die voor de voorziening in het bestaan is aangewezen of was aangewezen op arbeid in het eigen bedrijf of beroep en die:
- 1.
voldoet of heeft voldaan aan het urencriterium, bedoeld in artikel 3.6 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en
- 2.
met ingang van 1 augustus 2004 rechtmatig een bedrijf of beroep in Nederland heeft uitgeoefend.
2.
Onder zelfstandige als bedoeld in het eerste lid, onderdeel i, wordt mede verstaan een gewezen zelfstandige als bedoeld in artikel 2, derde en vierde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.
3.
Op deze regeling zijn van overeenkomstige toepassing artikel 1 van de AOW en het Besluit aanwijzing registraties gezamenlijke huishouding 1998.