Uitvoeringsregeling strategische goederen 2012
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 09-09-2021
- Bronpublicatie:
24-09-2021, Stcrt. 2021, 39177 (uitgifte: 30-08-2021, regelingnummer: Minbuza.2021-9042-32)
- Inwerkingtreding
09-09-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-09-2021, Stcrt. 2021, 39177 (uitgifte: 30-08-2021, regelingnummer: Minbuza.2021-9042-32)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Douane (V)
1.
Een vergunning voor militaire goederen wordt aangevraagd door de beschikkingsbevoegde, door degene die voor hem de douaneformaliteiten verricht, of, indien geen douaneformaliteiten worden verricht, door de persoon die de goederen vervoert.
2.
Een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik of een vergunning voor militaire goederen wordt aangevraagd bij de inspecteur.
3.
In Nederland gevestigde exporteurs als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik dienen aanvragen ter verkrijging van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik, schriftelijk in bij de inspecteur, ook al bevinden de goederen zich op het grondgebied van een andere lidstaat van de Europese Unie.
4.
De beschikkingsbevoegde verklaart bij het aanvragen van een uitvoervergunning voor militaire goederen, indien de militaire goederen die uit een andere lidstaat zijn ontvangen aan uitvoerbeperkingen zijn verbonden, dat zij aan de voorwaarden van deze beperkingen hebben voldaan.
5.
Een vergunning voor militaire goederen kan betrekking hebben op meegeleverde reserveonderdelen en toebehoren, voor zover deze worden geleverd uit hoofde van dezelfde overeenkomst die betrekking heeft op de levering van de militaire goederen waarvoor de vergunning is verleend.