RvdW 2023/618
Caribische zaak. Contractenrecht. Inbreuk op achterstellingsovereenkomst? Matiging contractuele boete? Hoor en wederhoor. Uitleg van gedingstukken.
HR 02-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:846
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 juni 2023
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.H. Sieburgh, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/05304
- Conclusie
A-G mr. S.D. Lindenbergh
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:846, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1074, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2022
Essentie
Caribische zaak. Contractenrecht. Inbreuk op achterstellingsovereenkomst? Matiging contractuele boete? Hoor en wederhoor. Uitleg van gedingstukken.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 21/05304
Datum 2 juni 2023
ARREST
In de zaak van
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
VERZOEKER tot cassatie, verweerder in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna: [verzoeker] ,
advocaat: L.V. van Gardingen, aanvankelijk ook R.S. Meijer,
tegen
FUNDASHON KORPORASHON PA DESAROYO DI KORSOU,
gevestigd te Willemstad, Curaçao,
VERWEERSTER in cassatie, verzoekster in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna: Korpodeko,
advocaten: J.W.H. van Wijk en J.W. de Jong .