RvdW 2016/781
Onrechtmatige overheidsdaad; schadestaatprocedure na HR 25 juni 2010, NJ 2010/371; ‘winstafdracht’ in zin art. 6:104 BW. Verhouding schadestaat- en hoofdprocedure; geen klachten mogelijk tegen oordelen in de hoofdprocedure; obiter dictum.
HR 24-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1309 (Vitesse/Provincie Gelderland)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 juni 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
14/06313
- Conclusie
A-G mr. J.B.M.M. Wuisman
- Roepnaam
Vitesse/Provincie Gelderland
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1309, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:76, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑12‑2014
- Wetingang
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad; schadestaatprocedure na HR 25 juni 2010, NJ 2010/371; ‘winstafdracht’ in zin art. 6:104 BW. Verhouding schadestaat- en hoofdprocedure; geen klachten mogelijk tegen oordelen in de hoofdprocedure; obiter dictum.
De ‘winstafdracht’ van art. 6:104 BW is een vorm van begroting van schade. Voor toekenning van een vergoeding op deze grondslag is geen plaats indien ten gevolge van de onrechtmatige daad geen schade is geleden.
In de schadestaatprocedure kunnen niet — opnieuw of alsnog — in de hoofdprocedure gegeven oordelen worden bestreden. Ten overvloede wordt nog als volgt overwogen. Indien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.