NJB 2021/2293
Effectenlease. Waiver. Orderremisier. Hoge Raad: Het oordeel van het hof bevat geen motivering voor de verwerping van de essentiële stelling van de afnemer dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld doordat zij een effectenorder – het aanvraagformulier – van de tussenpersoon heeft aanvaard.
HR 16-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1167
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 juli 2021
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons
- Zaaknummer
20/01692
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Financieel recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1167, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:521, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑05‑2021
- Wetingang
(art. 41 Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999)
Essentie
Effectenlease. Waiver. Orderremisier. Hoge Raad: Het oordeel van het hof bevat geen motivering voor de verwerping van de essentiële stelling van de afnemer dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld doordat zij een effectenorder – het aanvraagformulier – van de tussenpersoon heeft aanvaard.
Partij(en)
A c.s., adv. mr. A.C. van Schaick, vs. Dexia, adv. mrs. J. de Bie Leuveling Tjeenk en F.J.L. Kaptein.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Dexia heeft een effectenleaseovereenkomst gesloten met A c.s. De overeenkomst is in 2004 beëindigd met een restschuld. In 2012 heeft Dexia twee derde deel van de restschuld, vermeerderd met wettelijke rente aan A ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.