Hof Amsterdam, 01-10-2013, nr. 200.094.759/01
ECLI:NL:GHAMS:2013:3144
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
01-10-2013
- Zaaknummer
200.094.759/01
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2013:3144, Uitspraak, Hof Amsterdam, 01‑10‑2013; (Eerste aanleg - meervoudig)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:1191, Bekrachtiging/bevestiging
- Vindplaatsen
NJ 2015/385 met annotatie van
Uitspraak 01‑10‑2013
Inhoudsindicatie
Aanbod met betrekking tot het openen van een zogenoemde Toprekening. Geen oneerlijke handelspraktijk jegens betrokken spaarders door niet expliciet vermelden van variabel karakter van rentepercentage dat na eerste zes maanden zou gelden.
Partij(en)
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer: 200.094.759/01
zaak-/rolnummer rechtbank: 459105/HA ZA 10-1581 (Amsterdam)
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 1 oktober 2013
inzake
de stichting
STICHTING MISREKENING,
gevestigd te Leiden,
appellante,
advocaat: mr. L.B. Melcherts te Leiden,
tegen:
de naamloze vennootschap
ING BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
geïntimeerde,
advocaat: mr. P.F. Hopman te Amsterdam.
1. Het geding in hoger beroep
Partijen worden hierna de Stichting en ING genoemd.
De Stichting is bij dagvaarding van 12 augustus 2011 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 18 mei 2011, gewezen tussen de Stichting als eiseres en ING als gedaagde.
Partijen hebben vervolgens de volgende stukken ingediend:
- -
memorie van grieven, tevens houdende vermeerdering van eis, met producties;
- -
memorie van antwoord, met een productie;
- -
nadere akte;
- -
nadere antwoordakte;
Vervolgens is arrest op de stukken gevraagd.
De Stichting heeft geconcludeerd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en de vorderingen van de Stichting zoals in de memorie van grieven gewijzigd alsnog zal toewijzen, met beslissing over de proceskosten.
ING heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis waarvan beroep, met beslissing over de proceskosten.
ING heeft in hoger beroep bewijs van haar stellingen aangeboden.
2. Feiten
De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.12 de feiten vastgesteld die zij bij de beoordeling van het geschil van partijen tot uitgangspunt heeft genomen. In haar memorie van grieven onder ‘De Feiten’ plaatst de Stichting kanttekeningen bij de onder 2.2, 2.3 en 2.5 vermelde feiten. Het hof zal met die kanttekeningen in het onderstaande rekening houden. Voor het overige zijn de feiten in hoger beroep niet in geschil en dienen zij derhalve ook het hof als uitgangspunt.
3. Beoordeling
3.1.(i) ING is per 7 februari 2009 de rechtsopvolger van Postbank N.V. (hierna: eveneens aan te duiden met ING). Vanaf september 2008 tot 15 februari 2009 heeft ING onder de naam “Toprekening” aan consumenten de mogelijkheid geboden een spaarrekening te openen (hierna: de Toprekening).
(ii) ING heeft voor de Toprekening een folder opgesteld en, al dan niet met een begeleidende brief, (doen) verspreid(en) (hierna: de Folder). De Folder houdt - voor zover hier van belang - het volgende in: “De voordelen van de Toprekening • De eerste zes maanden maar liefst 4,75% rente! • Alle vrijheid om over uw geld te beschikken • Tijdelijk 10.000 extra Rentepunten cadeau
(…) Meer weten ?
0900 0933
(…) Wilt u een bedrag opzijleggen tegen een zeer aantrekkelijke rente? Terwijl u in alle vrijheid over uw geld kunt blijven beschikken? Dat kan: met een Toprekening ontvangt u maar liefst 4% rente. En als u nu een Toprekening opent, krijgt u de eerste zes maanden zelfs 4,75% rente. (…) Tijdelijk 4,75% rente De Toprekening biedt een aantrekkelijke rente van 4%, die jaarlijks wordt uitgekeerd. Opent u vóór 15 februari 2009 een Toprekening, dan ontvangt u over de eerste zes maanden zelfs 4,75% rente! (…) Vergelijk zelf de toprente In onderstaand overzicht ziet u de Postbank Toprekening naast populaire spaarrekeningen van andere grote banken. Let op de voorwaarden verschillen per bank.
Postbank Rabobank ABN AMRO Fortis Toprekening (…) (…) (…) Totale rente 4%+Rentepunten 3,6% 3,4% 3,5% (de eerste zes maanden 4,75%) Basis 4% 3% 1% 1,5% Bonus - 0,6% 2,4% 2% Wanneer krijgt u Niet van toepassing, (…) (…) (…) de bonusrente ? u krijgt per jaar 4% over uw saldo
(..) Rentepercentage op 30 oktober 2008. Bron: De website van de betreffende banken. (…)”
Aan de onderzijde van de linkerhelft van de folder is in kleine letters vermeld:
“Alle in deze folder genoemde tarieven zijn onder voorbehoud van wijzigingen. Rendement op jaarbasis. Maximaal rentegevend tegoed Toprekening € 2.500.000,-. Over het saldo boven € 1.000.000 krijgt u 3,2% rente, De introductierente van 4,75% is niet van toepassing op het saldo boven € 1.000.000,-.”
(iii) Bij de begeleidende brief bij de Folder was een antwoordkaart gevoegd waarmee het aanbod om een Toprekening te openen kon worden aanvaard. Verder kon deze aanvaarding geschieden via de website van ING (alsmede via MijnPostbank.nl en MijnING.nl), telefonisch via een callcenter en aan de balie van het post- c.q. INGkantoor. In de Folder, in de begeleidende brief en op de website werd - voor zover hier van belang - telkens nagenoeg dezelfde hiervoor in deze rechtsoverweging onder (ii) opgenomen informatie verstrekt.
(iv) ING heeft aan degenen voor wie een Toprekening was geopend, een brief met bijlagen gestuurd. Deze brief houdt - voor zover hier van belang - het volgende in: “Geachte klant Hartelijk dank voor het openen van een Toprekening. (…) Bijgevoegd vindt u twee handleidingen: één waarin u kunt lezen hoe de Toprekening werkt. Hierin staan ook de voorwaarden die van toepassing zijn op de Toprekening. In de andere handleiding leest u alles over de Postbank Rentepunten (…).”
( v) Bij de brief was als bijlage de handleiding “Toprekening - Zo werkt het” gevoegd (hierna: de Handleiding). De Handleiding houdt - voor zover hier van belang - het volgende in: “Over rente
Welk rentepercentage ontvang ik op mijn spaarrekening? Het percentage staat op uw afschrift. Of kijk op postbank.nl voor het meest actuele rentepercentage.(…)”
(vi) Bij de Handleiding waren de “Voorwaarden Postbank Toprekening” gevoegd (hierna: de Voorwaarden Toprekening). De Voorwaarden Toprekening houden - voor zover hier van belang - het volgende in: “Het recht van ontbinding U kunt een spaarovereenkomst gedurende14 kalenderdagen ontbinden met een schriftelijk verzoek. (…) De 14 dagen gaan in op het moment dat de spaarovereenkomst tot stand komt. Dit is het moment waarop u de voorwaarden Postbank Toprekening van de Postbank heeft ontvangen. (…) Rente a. De rente op de Toprekening is variabel en wordt door de Bank vastgesteld. (…) g. De rente op de Toprekening kan door de Bank op ieder moment worden gewijzigd. h. Een rentewijziging wordt bekendgemaakt via een advertentie in tenminste drie in Nederland algemeen verspreide dagbladen. i. De actuele rentetarieven zijn opvraagbaar bij de Bank. (…)”
Diegenen die via de website (en via MijnPostbank.nl en MijnING.nl) een Toprekening openden konden deze voorwaarden aanklikken en dienden op het scherm aan te geven of zij de voorwaarden al dan niet accepteerden.
(vii) Ongeveer 760.000 spaarders hebben tussen half september 2008 en 15 februari 2009 een Toprekening geopend. ING heeft aan alle spaarders die aan de daarvoor geldende voorwaarden voldeden gedurende de eerste zes maanden een actierente van 4,75% over hun spaarsaldo op de Toprekening betaald. De jaarlijkse (basis)rente op de Toprekening bedroeg in september 2008 4%. Eind februari 2009 heeft ING de rente op de Toprekening verlaagd naar 3,75%. Vanaf mei 2009 heeft ING de rente verder verlaagd tot uiteindelijk 2,75% per augustus 2009.
(viii) Naar aanleiding van een klacht over de Toprekening overwoog de ombudsman van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening in een op 6 oktober 2009 gegeven beslissing - voor zover hier van belang - het volgende: “Uit de stukken heb ik opgemaakt dat ING Bank in (de begeleidende brief en de Folder, hof) heeft gewezen op het variabele karakter van het basisrentetarief van 4% en dat deze onderhevig is aan renteschommelingen. Begrip voor het standpunt van consumenten kan ik opbrengen nu zowel in (de begeleidende brief als de Folder, hof) het voorbehoud van rentewijzigingen in een voetnoot staat opgenomen. Dergelijke (wijze van) informatieverstrekking aan de consument is onwenselijk, immers onnodig onduidelijk. (…) Het gaat naar mijn oordeel echter te ver om in deze zaak van misleiding te spreken door op een aantal plaatsen in de documentatie voorbehoud in een voetnoot op te nemen. (…) ook elders dan in de voetnoten kan worden opgemaakt dat sprake is van een variabele (basis)rente. (…) De aan de klant toegezonden voorwaarden bij de Postbank Toprekening vermelden onder het kopje “Rente” sub a “De rente op de Toprekening is variabel en wordt door de Bank vastgesteld”. (…) Deze informatie werd de klant geboden op een moment dat hij nog vrij kon kiezen voor dit spaarproduct maar ook vrij kon afzien ervan en bood voldoende duidelijke informatie om die keuze vrij te bepalen. (…) Alhoewel ik - zoals hierboven vermeld - mij de kritiek van de consument kan voorstellen, betekent dat niet dat ik uw klacht gegrond acht, zodat ik tot de slotsom kom dat ik onvoldoende aanknopingspunten heb gevonden ING Bank te bewegen u tegemoet te komen. (…)”
(ix) Bij brief van haar raadsvrouw van 7 oktober 2009 heeft de Stichting ING aansprakelijk gesteld voor door de spaarders geleden schade en ING verzocht in overleg te treden over een mogelijke minnelijke oplossing.
( x) Op 13 oktober 2009 is de Stichting opgericht. Blijkens haar statuten heeft zij ten doel: ”het behartigen van de belangen van diegenen die een overeenkomst hebben gesloten met ING Bank N.V. en/of Postbank N.V. (…) voor het aanhouden van een (spaar)rekening, de zogenoemde “Toprekening”, en in verband daarmee schade hebben geleden, in het bijzonder (doch daartoe niet beperkend) de schade wegens rentederving doordat een rente lager dan vier procent (4%) over de spaartegoeden is uitgekeerd en daarmee samenhangende schade dan wel in verband daarmee anderszins in hun belangen zijn aangetast of dreigen te worden aangetast.”
(xi) Een persbericht van de Autoriteit Financiële Markten van 23 oktober 2009 houdt - voor zover hier van belang - het volgende in: “De informatieverstrekking over de ING Toprekening van ING was niet misleidend, maar onvoldoende duidelijk. Dit heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) na onderzoek vastgesteld. De AFM beoordeelde de brochure naar aanleiding van vele klachten van consumenten die bij de AFM waren binnengekomen. ING had eind 2008 naar het oordeel van de AFM in de brochure voor deze spaarrekening duidelijker moeten aangeven dat de spaarrente na een half jaar afhankelijk zou worden van de marktrente. Consumenten klaagden dat zij door de brochure de indruk kregen dat de rente op 4 procent zou worden vastgesteld. (…) De AFM heeft ING laten weten dat de eerdere informatieverstrekking onvoldoende duidelijk was (…). Inmiddels heeft ING de informatie over de Toprekening aangepast.”
(xii) ING heeft de informatie over de Toprekening aangepast in dier voege dat in de Folder onder meer is opgenomen: “Belangrijk om te lezen • De Toprekening heeft een variabele rente. • Een variabele rente betekent dat de rente op ieder moment door ING kan worden gewijzigd.”
(xiii) Op 2 november 2009 heeft tussen ING en de Stichting overleg plaatsgevonden. Dit heeft niet tot overeenstemming geleid.
3.2.
De Stichting vordert in dit geding, na wijziging van eis in hoger beroep, verklaringen voor recht
- -
dat Postbank, later ING, onrechtmatig heeft gehandeld omdat zij een oneerlijke handelspraktijk heeft verricht;
- -
dat de spaarder die de beslissing heeft genomen om een Toprekening te openen de door Postbank, later ING, ter beschikking gestelde informatie in de Folder, de website, via het callcentre en het postkantoor, zo mocht opvatten dat hij over het saldo op de door hem geopende Toprekening de eerste zes maanden 4,75% rente zou ontvangen en daarna 4 % op jaarbasis.
De rechtbank heeft de vordering van de Stichting, die zich in eerste aanleg beperkte tot de eerstvermelde verklaring recht, afgewezen.
Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt de Stichting in hoger beroep op met acht grieven. Zij lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
3.3.
De Stichting legt aan haar vordering ten grondslag, zeer kort samengevat, dat de ING in de bij haar aanbod door haar verschafte informatie met betrekking tot de Toprekening onvoldoende duidelijk tot uitdrukking heeft gebracht dat de in het vooruitzicht gestelde rente ad 4% op jaarbasis na de eerste periode van zes maanden variabel zou zijn en daarmee de (potentiële) spaarders op het verkeerde been heeft gezet. De Stichting stelt dat ING zich schuldig heeft gemaakt aan een oneerlijke handelspraktijk en daarmee jegens de betrokken spaarders onrechtmatig heeft gehandeld. In hoger beroep stelt zij zich voorts op het standpunt dat de betrokken spaarders het aanbod van ING zo mochten opvatten dat zij over het saldo op de door hen geopende Toprekening de eerste zes maanden 4,75% rente zouden ontvangen en daarna (gedurende een zekere periode, zie memorie van grieven onder 14) 4% op jaarbasis.
3.4.
Het betoog van de Stichting wordt verworpen op grond van het volgende.
3.5.
Dat een bank zich jegens spaarders zou verbinden om - zonder temporele beperking, onafhankelijk van ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt - een vaste en relatief gunstige rente te vergoeden, ligt naar objectieve maatstaven niet voor de hand. Dit geldt zeker in het geval dat - zoals zich dat hier voordoet - van de desbetreffende spaarders niet wordt verlangd dat zij hun geld voor een bepaalde tijd op hun bankrekening laten staan doch integendeel, is voorzien dat het spaarsaldo op ieder gewenst moment boetevrij kan worden opgenomen. ING voert terecht aan dat onder die omstandigheden, tenzij anders aangegeven, redelijkerwijs van de variabiliteit van de rentevergoeding moet worden uitgegaan.
Van (potentiële) spaarders die niettemin in de veronderstelling verkeerden dat van een aanbod sprake was dat inhield dat ook na de eerste zes maanden (voor beperkte of onbeperkte tijd) een vaste rente zou worden vergoed, mocht worden verwacht dat zij, voordat zij op het aanbod zouden ingaan, de voorwaarden daarvan aandachtig zouden bestuderen en hun verwachtingen daaraan zouden toetsen. Deze (potentiële) spaarders hadden bij hun hiervoor bedoelde toets redelijkerwijs moeten opmerken dat in de Folder (en de begeleidende brief) met betrekking tot de daarin genoemde tarieven een wijzigingsvoorbehoud is gemaakt, en dat daarmee vrijwel zeker (in het stuk werd daarnaast alleen van in te leggen bedragen en rentepunten gerept) werd bedoeld dat de in die folder (en brief) vermelde niet qua tijdsduur beperkte rentetarieven zouden kunnen worden gewijzigd. In het licht daarvan hadden degenen die overwogen op het aanbod van ING in te gaan in redelijkheid moeten begrijpen dat het in de Folder vermelde tweede rentepercentage gerelateerd was aan de marktomstandigheden van dat moment en dat het rentepercentage zou kunnen veranderen indien omstandigheden op de kapitaal- en geldmarkt daartoe aanleiding zouden geven, en hadden zij niet zonder nader onderzoek (bijvoorbeeld door raadpleging van de in de Folder vermelde website en de inhoud van de daarop gepubliceerde Voorwaarden Toprekening) ervan uit mogen gaan dat het om een rente ging die zes maanden na het openen van de Toprekening gedurende een zekere periode zou gelden. Anders gezegd: de (potentiële) spaarders hebben op grond van de door ING verstrekte informatie redelijkerwijs moeten begrijpen dat het bijzondere van het aanbod onder de naam “Toprekening” erin was gelegen dat gedurende een periode van een half jaar een rentepercentage van 4,75% werd gegarandeerd. Verdergaande verwachtingen, betrekking hebbend op de periode daarna, mochten in redelijkheid niet aan de door ING verstrekte informatie worden ontleend.
3.6.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het voor de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument voldoende duidelijk moet zijn geweest dat het in het aanbod van ING vermelde tweede rentepercentage een variabele rente betrof die – in het ongunstigste geval – ook in de loop van de eerste zes maanden na de opening van de Toprekening zou kunnen wijzigen (in welk geval wel aanspraak bestond op een rente van 4,75% gedurende de volle periode van de eerste zes maanden, zoals ook niet in geschil is).
Daar komt bij dat ING aan degenen die op het aanbod waren ingegaan, geen enkele belemmering in de weg legde om, nadat zij ter gelegenheid van het openen van de Toprekening de Handleiding en de Voorwaarden Toprekening hadden ontvangen - waarin het variabele karakter van de rente expliciet is vermeld - van het sluiten van een spaarovereenkomst af te zien en/of van de geboden spaarfaciliteit geen gebruik te maken, zodat relevante beïnvloeding van het economisch gedrag van de betrokken spaarders door gebrekkige informatie niet of nauwelijks sprake zal zijn geweest.
3.7.
In het licht hiervan acht het hof onvoldoende grond aanwezig om aan te nemen dat ING zich jegens de spaarders (of enig deel daarvan) schuldig heeft gemaakt aan een oneerlijke handelspraktijk, terwijl evenmin grond is voor het oordeel dat de (potentiële) spaarders de door ING verschafte informatie zo mochten opvatten dat over het saldo op de door hen geopende Toprekening na de eerste zes maanden (gedurende een zekere periode) een vaste rente ad 4% op jaarbasis zou worden vergoed.
3.8.
Het voorgaande brengt reeds mee dat de vordering van de Stichting niet toewijsbaar is. De door haar tegen het vonnis van de rechtbank aangevoerde grieven treffen derhalve geen doel en behoeven voor zover in het voorgaande niet behandeld geen verdere bespreking. Het vonnis zal worden bekrachtigd en de gewijzigde eis in hoger beroep zal worden afgewezen.
De Stichting zal als de in het ongelijk gestelde partij de kosten van het geding in hoger beroep dienen te dragen.
4. Beslissing
Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt de Stichting in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van ING tot op heden begroot op € 649,- aan verschotten, op € 894,- voor salaris;
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het in hoger beroep anders of meer dan in eerste aanleg gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. G.J. Visser, E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell en G.C.C. Lewin en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 1 oktober 2013.