JAR 2017/204
Art. 6:170 BW-aansprakelijkheid werkgever niet anders beoordelen dan wanneer aansprakelijkheid werknemer in geding is.
HR 14-07-2017, ECLI:NL:HR:2017:1345
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 juli 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/02773
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1345, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑07‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:236, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑05‑2016
- Wetingang
Essentie
BAM heeft in opdracht van ProRail onderhoudswerkzaamheden verricht aan het spoor op het baanvak Boxtel-Eindhoven. Bij de werkzaamheden is een gedeelte van het spoor buiten dienst gesteld, er geldt dan een ‘tijdelijk veiligheidsregime’. JMV levert veiligheidsdiensten aan BAM. Een door JMV ingeleende werktreinbegeleider, die aan BAM is doorgeleend maakt een fout bij zijn werkzaamheden. Hierdoor is schade aan de hogesnelheidswissel ontstaan. Zurich, verzekeraar van BAM, heeft de schade aan ProRail vergoed en wil deze als gesubrogeerde in onderhavige procedure verhalen op JMV. Het hof heeft de vordering toegewezen. Naar het oordeel van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.