RBP 2019/23
Algemeen bewijsaanbod. Onder welke voorwaarden mag een partij tegenbewijs leveren?
HR 14-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2320
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 december 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/04388
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- JCDI
JCDI:ADS33885:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2320, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:991, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑10‑2017
- Wetingang
Art. 6:109 BW
Essentie
Algemeen bewijsaanbod. Matiging.
Onder welke voorwaarden mag een partij tegenbewijs leveren?
Samenvatting
Een pioenrozenkweker sluit een overeenkomst met een loonspuiter om tegen een vergoeding van € 100 zijn pioenrozen te bespuiten ter voorkoming van schimmelziekten. Voorafgaand aan de bespuiting heeft de spuiter een ander perceel bespoten met een voor pioenrozen schadelijk middel. De kweker heeft de spuiter een fust besproeiingsmiddel aangeboden voor de bespuiting van de pioenrozen. Op verzoek van de kweker heeft de loonspuiter het restant van het fust in de spuitmachine na bespuiting achtergelaten. De kweker heeft dit restant gebruikt om in zijn kas overige pioenrozen te bespuiten. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.