NJ 2019/201
Landinrichting, herverkaveling. Wet inrichting landelijk gebied (Wilg); verrekening kwaliteitsverschillen geruilde landbouwgronden via Lijst der geldelijke regelingen (LGR)?; strijd met Wilg van door Uitvoeringscommissie opgestelde ‘Nadere regels voor LGR’? Betekenis indeling in bodemgeschiktheidsklassen in art. 15-20 Regeling inrichting landelijk gebied (Rilg).
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 juni 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/03640
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Noot
E.W.J. de Groot
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS54129:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Inrichting landelijk gebied
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1020, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:258, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑07‑2017
- Wetingang
Essentie
Landinrichting, herverkaveling. Wet inrichting landelijk gebied (Wilg); verrekening kwaliteitsverschillen geruilde landbouwgronden via Lijst der geldelijke regelingen (LGR)?; strijd met Wilg van door Uitvoeringscommissie opgestelde ‘Nadere regels voor LGR’? Betekenis indeling in bodemgeschiktheidsklassen in art. 15-20 Regeling inrichting landelijk gebied (Rilg).
Samenvatting
Volgens het stelsel van de Wilg dienen alle voor- en nadelen als gevolg van de ruiling via de LGR te worden verrekend. Daarmee wordt voorzien in een algehele financiële afwikkeling van de herverkaveling. Het gaat daarbij niet alleen om verschillen in oppervlakte, maar ook om eventuele verschillen in gebruikswaarde of kwaliteit. ...