Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/1051
Onrechtmatige overheidsdaad. Causaal verband; proportionele aansprakelijkheid.
HR 14-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1454
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/04165
- Conclusie
A-G mr. G. Snijders
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1703, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑11‑2022
ECLI:NL:HR:2022:1454, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1226, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 24‑12‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑02‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑01‑2021
- Wetingang
Art. 6:162 BW
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad. Causaal verband; proportionele aansprakelijkheid.
Samenvatting
Het hof heeft klaarblijkelijk het leerstuk van de proportionele aansprakelijkheid toegepast. Het heeft echter ofwel de daarbij vereiste terughoudendheid miskend, ofwel zijn oordeel onvoldoende gemotiveerd. Het hof heeft immers geen aandacht besteed aan de vraag of de vastgestelde kansen dat de schade door de normschending is veroorzaakt, niet zeer klein waren. Het heeft evenmin beoordeeld of en, zo ja, waarom de strekking van de geschonden norm en de aard van de normschending — waaronder is begrepen de aard van de geleden schade — deze toepassing in het concrete geval rechtvaardigen.