NJ 2019/102
Witwassen; verbergen en verhullen van criminele herkomst van onmiddellijk uit eigen misdrijf verkregen geldbedragen.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 september 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/01681
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
J.M. Reijntjes
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS29370:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2499, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:972, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑06‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑07‑2016
- Wetingang
Art. 420bis Sr
Essentie
Witwassen; verbergen en verhullen van criminele herkomst van onmiddellijk uit eigen misdrijf verkregen geldbedragen.
Samenvatting
Het hof kon oordelen dat de gedragingen van verdachte ook (kennelijk) waren gericht op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst daarvan en het feit kwalificeren als medeplegen van witwassen, nu (onder meer) i) het bedrag zich bevond op ten name van de mededader, maar feitelijk ter beschikking aan verdachte staande bankrekeningen, ii) verdachte zijn mededader heeft overgehaald diens rekeningen en bijhorende bankpassen en inloggegevens ter beschikking te stellen, iii) verdachte een deel van het geld naar andere rekeningen heeft overgeboekt en ...