Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 374 Corrigerende maatregelen
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
Een Partij kan de andere Partij schriftelijk verzoeken om informatie en overleg over een subsidie die volgens haar een aanzienlijk negatief effect op het handelsverkeer of de investeringen tussen de Partijen heeft, of indien er een ernstig risico op een dergelijk effect bestaat. De verzoekende Partij moet in dat verzoek alle relevante informatie verstrekken zodat de Partijen een wederzijds aanvaardbare oplossing kunnen vinden, met inbegrip van een beschrijving van de subsidie en de zorgen van de verzoekende Partij met betrekking tot het effect ervan op het handelsverkeer of de investeringen.
2.
Uiterlijk 30 dagen na de datum van indiening van het verzoek stuurt de aangezochte Partij een schriftelijk antwoord met de gevraagde informatie aan de verzoekende Partij, en treden de Partijen in overleg, dat 60 dagen na de datum van indiening van dat verzoek wordt geacht te zijn afgesloten, tenzij de Partijen anders overeenkomen. Dergelijk overleg, en in het bijzonder alle tijdens het overleg door Partijen verstrekte informatie en ingenomen standpunten, is vertrouwelijk en laat de rechten van de Partijen in latere procedures onverlet.
3.
Ten vroegste 60 dagen na de datum van indiening van het in lid 1 bedoelde verzoek kan de verzoekende Partij eenzijdig passende corrigerende maatregelen nemen indien er bewijs is dat een subsidie van de aangezochte Partij een aanzienlijk negatief effect op het handelsverkeer of de investeringen tussen de Partijen heeft, of indien er een ernstig risico op een dergelijk effect bestaat.
4.
Ten vroegste 45 dagen na de datum van indiening van het in lid 1 bedoelde verzoek stelt de verzoekende Partij de aangezochte Partij in kennis van de corrigerende maatregelen die zij overeenkomstig lid 3 voornemens is te nemen. De verzoekende Partij verstrekt alle relevante informatie met betrekking tot de maatregelen die zij voornemens is te nemen zodat de Partijen tot een wederzijds aanvaardbare oplossing kunnen komen. De verzoekende Partij mag die corrigerende maatregelen ten vroegste 15 dagen na de datum van indiening van de kennisgeving van die maatregelen bij de aangezochte Partij nemen.
5.
De beoordeling van een Partij van het bestaan van een ernstig risico op een aanzienlijk negatief effect moet zijn gebaseerd op feiten en niet louter op beweringen, vermoedens of vage mogelijkheden. De verandering in omstandigheden die zou leiden tot een situatie waarin de subsidie een dergelijk aanzienlijk negatief effect zou veroorzaken, moet duidelijk voorspelbaar zijn.
6.
De beoordeling door een Partij van het bestaan van een subsidie of van een aanzienlijk negatief effect van de subsidie op het handelsverkeer of de investeringen tussen de Partijen wordt gebaseerd op betrouwbaar bewijsmateriaal en niet alleen op gissingen of vergezochte mogelijkheden, en heeft betrekking op identificeerbare goederen, dienstverleners of andere marktdeelnemers, ook, indien relevant, in het geval van subsidieregelingen.
7.
De Partnerschapsraad kan een illustratieve lijst bijhouden van wat als een aanzienlijk negatief effect op het handelsverkeer of de investeringen tussen de Partijen in de zin van dit artikel kan worden beschouwd. Dat doet geen afbreuk aan het recht van de Partijen om corrigerende maatregelen vast te stellen.
8.
De op grond van lid 3 genomen corrigerende maatregelen worden beperkt tot wat strikt noodzakelijk en evenredig is om het veroorzaakte aanzienlijk negatief effect te verhelpen of het ernstige risico op een dergelijk effect aan te pakken. Voorrang wordt gegeven aan maatregelen die de werking van deze overeenkomst zo weinig mogelijk verstoren.
9.
Binnen vijf dagen na de datum waarop de in lid 3 bedoelde corrigerende maatregelen van kracht worden en zonder voorafgaand overleg overeenkomstig artikel 738, kan de Partij waaraan kennis is gegeven, overeenkomstig artikel 739, lid 2, verzoeken om de instelling van een scheidsgerecht door middel van een schriftelijk verzoek aan de verzoekende Partij, zodat het scheidsgerecht kan nagaan of:
- a)
een door de verzoekende Partij genomen corrigerende maatregel verenigbaar is met lid 3 of lid 8;
- b)
de verzoekende Partij aan het overleg heeft deelgenomen nadat de aangezochte Partij de gevraagde informatie heeft verstrekt en heeft ingestemd met het houden van dergelijk overleg; of
- c)
er een nalaten was om binnen de in respectievelijk lid 3 of lid 4 bedoelde termijnen een corrigerende maatregel te nemen of mee te delen.
Dat verzoek heeft geen schorsende werking voor de corrigerende maatregelen. Voorts beoordeelt het scheidsgerecht de toepassing door de Partijen van de artikelen 366 en 367 niet.
10.
Het naar aanleiding van het in lid 9 van dit artikel bedoelde verzoek ingestelde scheidsgerecht voert zijn procedures in overeenstemming met artikel 760 en doet zijn definitieve uitspraak binnen 30 dagen na zijn instelling.
11.
In geval van een veroordeling van de verwerende Partij stelt de verwerende Partij de klagende Partij uiterlijk 30 dagen na de datum van de uitspraak van het scheidsgerecht in kennis van de maatregelen die zij heeft getroffen om die uitspraak na te leven.
12.
Na een veroordeling van de verwerende Partij in de in lid 10 van dit artikel bedoelde procedure kan de klagende Partij het scheidsgerecht verzoeken om binnen 30 dagen na zijn uitspraak de verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst of een aanvullende overeenkomst te schorsen tot een niveau dat niet hoger is dan het niveau dat overeenkomt met de door de toepassing van de corrigerende maatregelen veroorzaakte tenietdoening of uitholling, indien zij van oordeel is dat de niet-overeenstemming van de corrigerende maatregelen met lid 3 of lid 8 van dit artikel aanzienlijk is. In het verzoek wordt overeenkomstig de beginselen van artikel 761 een niveau van schorsing van verplichtingen voorgesteld. De klagende Partij kan verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst of een aanvullende overeenkomst schorsen overeenkomstig de door het scheidsgerecht vastgestelde niveau van schorsen van verplichtingen. Een dergelijke schorsing wordt niet eerder dan 15 dagen na een dergelijke uitspraak toegepast.
13.
Partijen beroepen zich niet op de WTO-Overeenkomst, noch op enige andere internationale overeenkomst om de wederpartij te beletten op grond van dit artikel maatregelen te nemen, met inbegrip van maatregelen zoals de schorsing van verplichtingen uit hoofde van dit artikel of een aanvullende overeenkomst.
14.
Om te beoordelen of het opleggen of handhaven van corrigerende maatregelen ten aanzien van de invoer van hetzelfde product beperkt is tot wat strikt noodzakelijk of evenredig is voor de toepassing van dit artikel:
15.
Een Partij past niet tegelijkertijd een corrigerende maatregel uit hoofde van dit artikel en een evenwichtsherstellende maatregel uit hoofde van artikel 411 toe om het effect op het handelsverkeer of de investeringen dat rechtstreeks door dezelfde subsidie wordt veroorzaakt, te verhelpen.
16.
Indien de Partij waartegen corrigerende maatregelen zijn genomen, geen verzoek op grond van lid 9 van dit artikel binnen de in dat lid vastgestelde termijn indient, kan die Partij de in artikel 739 bedoelde arbitrageprocedure inleiden om een corrigerende maatregel aan te vechten op de in lid 9 van dit artikel genoemde gronden, zonder voorafgaand overleg overeenkomstig artikel 738. Een scheidsgerecht behandelt de kwestie voor de toepassing van artikel 744 als een spoedeisend geval.
17.
Voor de toepassing van de leden 9 en 16 houdt het scheidsgerecht bij de beoordeling of een corrigerende maatregel strikt noodzakelijk of evenredig is, terdege rekening met de beginselen van de leden 5 en 6, alsmede met de leden 13, 14 en 15.