HR, 11-12-2012, nr. 11/00911
ECLI:NL:PHR:2012:BY4308
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11-12-2012
- Zaaknummer
11/00911
- Conclusie
Mr. Vellinga
- LJN
BY4308
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2012:BY4308, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑12‑2012; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BY4308
ECLI:NL:PHR:2012:BY4308, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑12‑2012
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2012:BY4308
- Vindplaatsen
Uitspraak 11‑12‑2012
Partij(en)
11 december 2012
Strafkamer
nr. S 11/00911
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 24 december 2010, nummer 20/003329-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J.S. Nan, advocaat te Dordrecht, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof dan wel verwijzing naar een aangrenzend hof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt in de eerste plaats dat de bewezenverklaring onvoldoende met redenen is omkleed.
2.2.1.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
"hij op 26 maart 2008 te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), gekentekend [AA-00-BB], daarmede heeft gereden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, Zuidhof, zonder dat er voor dit motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen was gesloten en in stand gehouden."
2.2.2.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1.
Het proces-verbaal van regiopolitie Limburg-Zuid, zaaknummer 1777124, d.d. 10 juni 2008, in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 1], hoofdagent van politie, voorzover hier van belang inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik, (...), zag/constateerde dat een persoon als bestuurder van een motorrijtuig, niet zijnde een bromfiets, daarmee op een weg heeft gereden, zonder dat er voor dat voertuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen was afgesloten of in stand was gehouden.
Overtredingsgegevens:
Datum: 26 maart 2008
Omstreeks: 23:34 uur
Plaats: Geleen
Gemeente: Sittard-Geleen
Locatie: Zuidhof, een voor het openbaar verkeer openstaande weg binnen een als zodanig aangeduide bebouwde kom
Voertuig: personenauto
Merk/Type: Peugeot
Kenteken: [AA-00-BB]
Ik, verbalisant, zag de verdachte rijden als bestuurder van een personenauto. Bij bevragen RDW bleken geen WAM-gegevens bekend te zijn. (...) De verdachte gevorderd voor 1-4-2008 zijn WAM-gegevens kenbaar te maken. De verdachte heeft hieraan niet voldaan.
Uitzonderingsbepalingen waren niet van toepassing.
Verdachte werd staande gehouden en verstrekte mij daarnaar gevraagd de volgende persoonsgegevens:
Naam: [achternaam verdachte]
Voorletters: [voorletter]
Voornamen: [voornaam verdachte]
Geboorteplaats: [geboorteplaats]
Geboortedatum: [geboortedatum]-1986
2.
Verklaring van [betrokkene 1], ambtenaar werkzaam bij het ressortsparket 's-Hertogenbosch, d.d. 30 juli 2010, voor zover hier van belang inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ondergetekende, [betrokkene 1], als ambtenaar werkzaam bij het ressortsparket 's-Hertogenbosch, verklaart dat zij op 30 juli 2010 het geautomatiseerd systeem RDW-online heeft geraadpleegd met betrekking tot de verdachte [verdachte], geboren [geboortedatum] 1986 te [geboorteplaats].
Volgens dit systeem - waarin de gegevens van alle Nederlanders zijn opgenomen - heeft hij op de aangegeven peildatum (het hof begrijpt blijkens de aan deze verklaring gehechte uitdraai uit dat geautomatiseerde systeem: 26 maart 2008) het kenteken genoemd in de bijgevoegde uitdraai uit dat geautomatiseerd systeem (het begrijpt uit de aan deze verklaring gehechte uitdraai het kenteken [AA-00-BB]) op zijn naam gehad en is er op die peildatum geen verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen afgesloten en in stand gehouden voor het motorrijtuig waarvoor dat kenteken was opgegeven."
2.2.3.
Bij de op de voet van art. 434, eerste lid, Sv aan de Hoge Raad gezonden stukken bevindt zich de in bewijsmiddel 2 genoemde uitdraai. Die uitdraai houdt in:
"Kenteken : [AA-00-BB] Peildatum: 26/03/2008 (...)
Soort eig. : NATUURLIJK PERSOON Geboortedatum: 00/00/1948
Naam : [Betrokkene 2]
(...)
- (423-24)
GEEN VERZEKERINGSGEGEVENS OP PEILDATUM."
2.2.4.
Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 10 december 2010 houdt onder meer het volgende in:
"De raadsman verklaart het volgende.
Ik heb navraag gedaan bij de verzekeringsmaatschappij. Ik heb er geen duidelijkheid over gekregen dat om enige reden sprake zou zijn van opschorting van de verzekering van het voertuig van mijn cliënt. lk heb geen antwoord gekregen op de vraag of de verzekering van het voertuig heeft doorgelopen tot 1 oktober 2008.
Ik ga ervan uit dat mijn cliënt de verschuldigde premie daadwerkelijk heeft betaald. Ik beschik echter niet over betalingsbewijzen waaruit blijkt dat het voertuig op de ten laste gelegde datum was verzekerd."
2.3.
Het Hof heeft onder de bewijsmiddelen een verklaring van [betrokkene 1] opgenomen, inhoudende dat de verdachte het kenteken op zijn naam heeft gehad. Dit kan evenwel niet volgen uit de in die verklaring bedoelde uitdraai uit het register van de Dienst Wegverkeer. Voor zover het middel daarover klaagt is het terecht voorgesteld. Tot cassatie behoeft dit echter niet te leiden. De omstandigheid dat het kenteken op een andere naam staat dan die van de verdachte is voor de bewijsvoering van ondergeschikte betekenis. Immers, de verdachte is als bestuurder van een onverzekerde auto vervolgd en veroordeeld en niet als kentekenhouder.
2.4.
Het middel klaagt voorts dat de verwerping van het standpunt dat de auto wel verzekerd is onbegrijpelijk is, nu het Hof ten onrechte ervan is uitgegaan dat de auto op de naam van de verdachte stond.
2.5.
Het Hof heeft dit standpunt als volgt verworpen:
"Uit die bevraging van verbalisant [verbalisant 1] en het ambtsbericht van 30/7/10 van [betrokkene 1] leidt het hof af dat ten aanzien van het in de tenlastelegging genoemde voertuig op 26/3/08 geen verzekering was gesloten. Dit wordt niet weerlegd door de door de raadsman overgelegde bescheiden, te weten een premieberekening over de periode van 29/10/07 tot 1/12/07 en een polisblad met als ingangsdatum d.d. 29 oktober 2007 met betrekking tot die auto. Hierbij heeft het hof mede in aanmerking genomen het uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van verdachte d.d. 9/11/10 waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor het niet verzekerd rijden en de uit evengenoemd polisblad met betrekking tot de via internet gesloten verzekering blijkende mededelingsplicht van veroordelingen voor onverzekerd rijden waarbij een (voorwaardelijke) rijontzegging is opgelegd van hem jegens de verzekeraar."
2.6.
Het Hof heeft geoordeeld dat voor de in de tenlastelegging genoemde auto op de peildatum geen verzekering was afgesloten en dat dit niet wordt weerlegd door de in die overweging genoemde stukken. Dit oordeel is - mede in het licht van hetgeen hiervoor onder 2.2.4 is weergegeven - niet onbegrijpelijk en leent zich als van feitelijke aard niet voor verdere toetsing in cassatie.
2.7.
Het middel faalt in beide onderdelen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en N. Jörg, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 11 december 2012.
Conclusie 11‑12‑2012
Mr. Vellinga
Partij(en)
Nr. 11/00911
Mr. Vellinga
Zitting: 23 oktober 2012
Conclusie inzake:
[Verdachte]
1.
Verdachte is door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch wegens "als bestuurder van een motorrijtuig daarmede op een weg rijden zonder dat er voor dat motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen is gesloten en in stand gehouden" veroordeeld tot hechtenis voor de duur van twee weken. Voorts heeft het Hof verdachte de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden ontzegd.
2.
Namens verdachte heeft mr. J.S. Nan, advocaat te Dordrecht, een middel van cassatie voorgesteld.
3.
Het middel klaagt over de onjuistheid van het voor het bewijs gebezigde bewijsmiddel 2 en de uit deze onjuist voortvloeiende onbegrijpelijkheid van de bijzondere bewijsoverweging.
4.
Ten laste van verdachte is bewezenverklaard:
"hij op 26 maart 2008 te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), gekentekend [AA-00-BB], daarmede heeft gereden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, Zuidhof, zonder dat er voor dit motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen was gesloten en in stand gehouden"
5.
Bewijsmiddel 2 luidt:
"2.
Verklaring van [betrokkene 1], ambtenaar werkzaam bij het ressortsparket 's-Hertogenbosch, d.d. 30 juli 2010, voor zover hier van belang inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ondergetekende, [betrokkene 1], als ambtenaar werkzaam bij het ressortsparket 's-Hertogenbosch, verklaart dat zij op 30 juli 2010 het geautomatiseerd systeem RDW-online heeft geraadpleegd met betrekking tot de verdachte [verdachte], geboren [geboortedatum] 1986 te [geboorteplaats].
Volgens dit systeem -waarin de gegevens van alle Nederlanders zijn opgenomen- heeft hij op de aangegeven peildatum (het hof begrijpt blijkens de aan deze verklaring gehechte uitdraai uit dat geautomatiseerde systeem: 26 maart 2008) het kenteken genoemd in de bijgevoegde uitdraai uit dat geautomatiseerd systeem (het begrijpt uit de aan deze verklaring gehechte uitdraai het kenteken [AA-00-BB]) op zij naam gehad en is er op die peildatum geen verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen afgesloten en in stand gehouden voor het motorrijtuig waarvoor dat kenteken was opgegeven."
6.
De aan de verklaring van [betrokkene 1] gehechte uitdraai is niet opgenomen in de aanvulling bewijsmiddelen. Die uitdraai, die zich bevindt bij de op de voet van art. 434 lid 1 Sv aan de griffier van de Hoge Raad toegezonden stukken, houdt, voor zover hier van belang, in:
"Kenteken :[AA-00-BB] Peildatum: 26/03/2008 (...)
Soort eig :NATUURLIJK PERSOON Geboortedatum:00/00/1948
Naam : [Betrokkene 2]
(...)
- (423-24)
GEEN VERZEKERINGSGEGEVENS OP PEILDATUM"
7.
Het Hof heeft onder het kopje "Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs" het volgende opgenomen:
"Uit die bevraging van verbalisant [verbalisant 1] en het ambtsbericht van 30/7/10 van [betrokkene 1] leidt het hof af dat ten aanzien van het in de tenlastelegging genoemde voertuig op 26/3/08 geen verzekering was gesloten. Dit wordt niet weerlegd door de door de raadsman overgelegde bescheiden, te weten een premieberekening over de periode van 29/10/07 tot 1/12/07 en een polisblad met als ingangsdatum d.d. 29 oktober 2007 met betrekking tot die auto. Hierbij heeft het hof mede in aanmerking genomen het uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van verdachte d.d. 9/11/10 waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor het niet verzekerd rijden en de uit evengenoemd polisblad met betrekking tot de via internet gesloten verzekering blijkende mededelingsplicht van veroordelingen voor onverzekerd rijden waarbij een (voorwaardelijke) rijontzegging is opgelegd van hem jegens de verzekeraar.
Het verweer wordt verworpen."
8.
Het Hof heeft als bewijsmiddel 2 gebezigd de verklaring van [betrokkene 1] onder meer inhoudende dat het kenteken genoemd in de bijgevoegde uitdraai uit dat geautomatiseerd systeem (het begrijpt uit de aan deze verklaring gehechte uitdraai het kenteken [AA-00-BB]) op verdachtes naam staat. In het licht van de inhoud van de door het Hof bedoelde uitdraai zoals hiervoor weergeven onder 6 is deze vaststelling onbegrijpelijk. Deze uitdraai vermeldt immers niet verdachtes naam ([verdachte]) en geboortedatum ( [geboortedatum] 1986) maar die van [betrokkene 2], geboren 00-00-1948.
9.
Verdachte heeft ontkend dat het door hem bestuurde motorrijtuig op 26 maart 2008 niet tegen wettelijke aansprakelijkheid was verzekerd. Door verdachtes raadsman is in hoger beroep aangevoerd dat de door verdachte bestuurde auto wel tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd was. Ter staving van dit verweer heeft hij een polis betreffende verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid met betrekking tot het door verdachte bestuurder motorrijtuig overgelegd met als ingangsdatum 29 oktober 2007 en einddatum 1 oktober 2008 en als verzekeringnemer [betrokkene 2].
10.
Hetgeen het Hof ter verwerping van dit verweer heeft overwogen moet kennelijk aldus worden begrepen dat niet aannemelijk is dat een rechtsgeldige verzekeringsovereenkomst met betrekking tot het door verdachte bestuurde motorrijtuig tot stand is gekomen omdat - naar de ervaring leert - een verzekeringsmaatschappij niet bereid zou zijn een dergelijke verzekering te sluiten met iemand die meermalen is veroordeeld wegens onverzekerd rijden en op verdachte ter zake een mededelingsplicht rust.
11.
In de toelichting op het middel wordt met juistheid gesteld dat het Hof er dusdoende aan voorbij is gegaan dat de onderhavige polis op naam stond van [betrokkene 2] als verzekeringnemer en niet op naam van verdachte. Derhalve is de verwerping van het verweer onbegrijpelijk.
12.
Het middel slaagt.
13.
Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen waarop het bestreden arrest zou dienen te worden vernietigd.
14.
Deze conclusie strekt tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Hof dan wel verwijzing van de zaak naar een aangrenzend Hof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG