Overeenkomst tot arbitrage
Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/4.2.3.7:4.2.3.7 Arbitrage/bindend advies; partijen erkennen dat géén afstand is gedaan
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/4.2.3.7
4.2.3.7 Arbitrage/bindend advies; partijen erkennen dat géén afstand is gedaan
Documentgegevens:
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS504733:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Indien een partij bepleit dat arbitrage is overeengekomen en de wederpartij bepleit dat bindend advies is overeengekomen, terwijl eerstgenoemde partij betoogt dat zij (blijkens de litigieuze overeenkomst) alleen afstand van het recht op toegang tot bij de wet ingestelde gerechten heeft gedaan onder de voorwaarde dat partijen zouden arbitreren en de wederpartij betoogt dat zij (blijkens de litigieuze overeenkomst) alleen afstand van het recht op toegang tot bij de wet ingestelde gerechten heeft gedaan onder de voorwaarde dat partijen een bindend advies zouden vragen, volgt uit de stellingen van partijen dat beide partijen het eens zijn dat (de overeenkomst zo moet worden uitgelegd dat) niet vooraf afstand van het recht op toegang tot bij de wet ingestelde gerechten is gedaan ongeacht het alternatief dat daarvoor in de plaats komt. Slechts voor het geval het eigen alternatief (bijvoorbeeld arbitrage) moet worden gevolgd, heeft een partij afstand gedaan en niet voor het geval het alternatief van de wederpartij (bijvoorbeeld bindend advies) moet worden gevolgd. Wil de gewone rechter of het scheidsgerecht beslissen dat het alternatief van de wederpartij (bindend advies) moet worden gevolgd, dan zal moeten worden vastgesteld of (ook) de eerstgenoemde partij ondubbelzinnig voor dit alternatief (bindend advies) heeft gekozen.
Het is wellicht verleidelijk om aan te nemen dat de partij die zich op arbitrage beroept met de overeenkomst die in arbitrage of bindend advies voorziet hoe dan ook het geschil niet aan de gewone rechter, doch aan arbiters, heeft willen voorleggen en dat de desbetreffende partij dus wel degelijk afstand heeft gedaan van het recht op toegang tot bij de wet ingestelde gerechten, ook voor het geval dat moet worden vastgesteld dat partijen voor bindend advies zouden hebben gekozen. Hetzelfde geldt vice versa voor de partij die zich op bindend advies beroept. Nochtans, meen ik dat elk van de partijen slechts afstand heeft gedaan voor het geval het eigen alternatief moet worden gevolgd. De redenering is aldus dat, ook voor het geval de conclusie luidt dat partijen geen arbitrage zijn overeengekomen, het geschil niet aan bindend adviseurs mag worden voorgelegd omdat volgens de desbetreffende partij het geschil alsdan aan de gewone rechter moet worden voorgelegd. En zo merkwaardig is dit niet. Zo kan het — bijvoorbeeld als het om de verhouding tussen een Nederlandse en een Franse partij gaat voor de Nederlandse partij van groot belang zijn dat de "beslissing" tegen de wil van de Franse partij voor tenuitvoerlegging in Frankrijk in aanmerking komt. Zo zullen het arbitraal vonnis en het vonnis van de gewone rechter (met eenvoudig verlof) voor tenuitvoerlegging in aanmerking komen (dit hetzij krachtens het Verdrag van New York, hetzij krachtens de EEX-Verordening), terwijl dit voor het bindend advies (in het algemeen) niet geldt. Omdat beide partijen in het voorbeeld (omtrent de uitleg van de overeenkomst) een zelfde positie innemen, kan alleen al uit de stellingen van partijen worden afgeleid dat zij geen afstand hebben gedaan van het recht op toegang tot bij de wet ingestelde gerechten ongeacht het te volgen alternatief (zie ook 4.2.2).
Indien de beslissing luidt dat partijen arbitrage zijn overeengekomen, hebben partijen met de keuze voor arbitrage afstand van het recht op toegang tot bij de wet ingestelde gerechten gedaan en zal de keuze voor arbitrage moeten worden getoetst aan de extra maatstaf ex art. 6 lid 1 EVRM dat de keuze vrijwillig en ondubbelzinnig was. Hetzelfde geldt als wordt beslist dat partijen bindend advies zijn overeengekomen.