Prg. 2017/5
Huurster, die huurpenningen onbetaald heeft moeten laten omdat Belastingdienst beslagvrije voet niet heeft toegepast, slaagt er in huurschuld te delgen en huurpenningen regelmatig te betalen, waarna het hof oordeelt dat sprake is van een geringe wanprestatie, die ontbinding van de huurovereenkomst niet rechtvaardigt.
Hof Den Haag 29-11-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:3477
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
29 november 2016
- Magistraten
Mrs. H.J.M. Burg, M.P.J. Ruijpers, T.G. Lautenbach
- Zaaknummer
200.181.068/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2016:3477, Uitspraak, Hof Den Haag, 29‑11‑2016
- Wetingang
Art. 6:265 lid 1, 7:212 BW
Essentie
Huurrecht. Moet hof bij beoordeling van de ernst van de wanprestatie rekening houden met omstandigheden, die zich na vonnis in eerste aanleg hebben voorgedaan?
Ja, de rechter dient rekening te houden met omstandigheden, die zich na de wanprestatie hebben voorgedaan.
Samenvatting
Stichting Woonbron verhuurt een woning aan een moeder met drie minderjarige kinderen. De huurprijs bedraagt € 619,29 per maand. Er ontstaat een huurschuld van € 3.019,59. Woonbron vordert ontbinding van de huurovereenkomst en veroordeling tot betaling van de huurschuld en ontruiming. Bij vonnis van 12 juni 2015 wijst de Rotterdamse kantonrechter de vordering toe.
Bij brief van 12 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.