Einde inhoudsopgave
Rijkswet pensioenen en uitkeringen aan Gouverneurs van Aruba, Curaçao en Sint Maarten
Artikel 28
Geldend
Geldend vanaf 04-06-2003. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2002
- Bronpublicatie:
08-05-2003, Stb. 2003, 221 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken: 28121)
- Inwerkingtreding
04-06-2003, terugwerkend tot: 01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-05-2003, Stb. 2003, 221 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken: 28121)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Zo spoedig mogelijk na het overlijden van een gewezen Gouverneur kent Onze Minister aan de nabestaande van wie de overledene niet duurzaam gescheiden leefde, een uitkering toe ten bedrage van de uitkering over een tijdvak van acht weken die de gewezen Gouverneur op de dag van overlijden genoot. Laat de overledene geen nabestaande na als bedoeld in de eerste volzin, dan geschiedt de uitkering ten behoeve van de kinderen, geadopteerde kinderen of pleegkinderen van de overledene die de leeftijd van eenentwintig jaar nog niet hebben bereikt en niet gehuwd of gehuwd geweest zijn.
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing in geval van vermissing van een gewezen Gouverneur als bedoeld in artikel 13.
3.
Indien de overledene geen betrekkingen als bedoeld in het eerste lid nalaat, kan Onze Minister het daar bedoelde bedrag geheel of ten dele bestemmen voor de betaling van de kosten van de laatste ziekte en van de lijkbezorging, indien de nalatenschap voor de betaling van die kosten ontoereikend is.