Revindicatoire aanspraken op giraal geld
Einde inhoudsopgave
Revindicatoire aanspraken op giraal geld (R&P nr. FR3) 2009/:Verhandeling
Revindicatoire aanspraken op giraal geld (R&P nr. FR3) 2009/
Verhandeling
Documentgegevens:
B. Bierens, datum 23-03-2009
- Datum
23-03-2009
- Auteur
B. Bierens
- JCDI
JCDI:ADS589939:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Deze paragraaf is dus een toepassing in concreto van de opvatting die ik in hoofdstuk 3in abstracte formuleerde.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Ik kom toe aan de vermogensrechtelijke kwalificatie van de kwaliteitsrekening op basis van mijn bevindingen in de voorgaande hoofdstukken.1 Aan de basis ligt de scheiding van het goederenrechtelijk toebehoren van een hoeveelheid giraal geld en de bevoegdheid daarover te beschikken. Voor wat betreft het toebehoren, geldt de regel dat een vermogensovergang moet worden aangenomen indien deze wordt gerechtvaardigd door een rechtsverhouding tussen de solvent en de accipiënt (paragraaf 5.1) of de eisen van een ongestoorde geldcirculatie (paragraaf 5.2). Deze gronden leveren hier geen rechtvaardiging op voor het aanvaarden van een vermogensovergang tussen de solvent en de tussenpersoon. De solvent of, nadat aan de gestelde voorwaarden is voldaan, de accipiënt heeft een revindicatoire aanspraak op het geld gehouden door de tussenpersoon (paragraaf 5.3).