Einde inhoudsopgave
Wet op de vennootschapsbelasting 1969
Artikel 12ba [Definitie van ‘kwalificerend immaterieel activum’ en van ‘kleinere belastingplichtige’]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
20-12-2017, Stb. 2017, 518 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken: 34786)
- Inwerkingtreding
01-01-2018, terugwerkend tot: 01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2017, Stb. 2017, 518 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken: 34786)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Innovatiebox
1.
Voor de toepassing van deze afdeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder een kwalificerend immaterieel activum:
- a.
voor kleinere belastingplichtigen: een immaterieel activum dat is voortgevloeid uit speur- en ontwikkelingswerk waarvoor aan de belastingplichtige een S&O-verklaring is afgegeven als bedoeld in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen;
- b.
voor een niet onder onderdeel a vallende belastingplichtige: een immaterieel activum dat is voortgevloeid uit speur- en ontwikkelingswerk waarvoor aan de belastingplichtige een S&O-verklaring is afgegeven als bedoeld in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen en:
- 1°
ter zake waarvan aan de belastingplichtige een octrooi of kwekersrecht is verleend;
- 2°
ter zake waarvan door de belastingplichtige een octrooi of kwekersrecht is aangevraagd;
- 3°
dat de vorm heeft van programmatuur;
- 4°
ter zake waarvan de belastingplichtige is toegelaten een niet-chemische methode als bedoeld in artikel 18 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden te verhandelen en te gebruiken;
- 5°
ter zake waarvan in een lidstaat van de Europese Unie aan de belastingplichtige een vergunning voor het in de handel brengen van een geneesmiddel is verleend;
- 6°
ter zake waarvan aan de belastingplichtige door het Octrooicentrum Nederland een aanvullend beschermingscertificaat is verleend;
- 7°
ter zake waarvan aan de belastingplichtige een geregistreerd gebruiksmodel ter bescherming van innovatie is toegekend; of
- 8°
dat samenhangt met een immaterieel activum als bedoeld in de onderdelen 1˚ tot en met 7˚.
2.
Een belastingplichtige wordt voor de toepassing van het eerste lid aangemerkt als een kleinere belastingplichtige indien:
- a.
het bedrag van de voordelen die de belastingplichtige in het jaar geniet en in de vier voorafgaande jaren heeft genoten uit hoofde van immateriële activa die zijn voortgevloeid uit speur- en ontwikkelingswerk waarvoor aan de belastingplichtige een S&O-verklaring is afgegeven als bedoeld in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie volksverzekeringen, vermeerderd met de kosten ter verwerving van de voordelen uit deze immateriële activa in die jaren, tezamen lager is dan € 37.500.000; en
- b.
de netto-omzet, bedoeld in artikel 377 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, in het jaar en de vier voorafgaande jaren, van de belastingplichtige of, indien de belastingplichtige deel uitmaakt van een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of een soortgelijke buitenlandse regeling, van de groep waar de belastingplichtige in die jaren deel van uitmaakt, volgens de jaarrekeningen, onderscheidenlijk de geconsolideerde jaarrekeningen, van die jaren, tezamen lager is dan € 250.000.000.
3
Indien de belastingplichtige in enig jaar deel uitmaakt van meer dan één groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of een soortgelijke buitenlandse regeling, wordt voor de toepassing van het tweede lid voor dat jaar de groep in aanmerking genomen met de grootste netto-omzet in dat jaar.
4.
Voor de toepassing van deze afdeling en de daarop berustende bepalingen wordt onder een octrooi of kwekersrecht, een aanvraag voor een octrooi of kwekersrecht, programmatuur, een toelating als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, onder 4°, een vergunning als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, onder 5°, een aanvullend beschermingscertificaat als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, onder 6°, of een geregistreerd gebruiksmodel ter bescherming van innovatie mede verstaan: een exclusieve licentie om een octrooi of kwekersrecht, een aanvraag voor een octrooi of kwekersrecht, programmatuur, een toelating als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, onder 4°, een vergunning als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, onder 5°, een aanvullend beschermingscertificaat als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, onder 6°, onderscheidenlijk een geregistreerd gebruiksmodel ter bescherming van innovatie, te gebruiken op een bepaalde wijze, voor een bepaalde termijn of in een bepaald geografisch gebied.
5
Indien het speur- en ontwikkelingswerk, bedoeld in het eerste lid, betrekking heeft op het doorontwikkelen van een immaterieel activum dat niet door de belastingplichtige zelf is voortgebracht, is slechts sprake van een immaterieel activum dat door de belastingplichtige zelf is voortgebracht voor zover dat speur- en ontwikkelingswerk heeft geleid tot een nieuw immaterieel activum en het nieuwe immateriële activum is voortgevloeid uit dat speur- en ontwikkelingswerk.
6
Als kwalificerende immateriële activa worden niet aangemerkt merken, logo’s en daarmee vergelijkbare vermogensbestanddelen.