Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1727 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust), en tot vervanging en intrekking van Besluit 2002/187/JBZ
Artikel 3 Bevoegdheid van Eurojust
Geldend
Geldend vanaf 31-10-2023
- Bronpublicatie:
04-10-2023, PbEU 2023, 2023/2131 (uitgifte: 11-10-2023, regelingnummer: 2023/2131)
- Inwerkingtreding
31-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-10-2023, PbEU 2023, 2023/2131 (uitgifte: 11-10-2023, regelingnummer: 2023/2131)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Privacy / Algemeen
EU-recht / Instituties
Politierecht / Organisatie
Staatsrecht / Rechtspraak
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Eurojust is bevoegd voor de in bijlage I genoemde vormen van ernstige criminaliteit. Vanaf de datum waarop het EOM zijn onderzoeks- en vervolgingstaken op zich neemt overeenkomstig artikel 120, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1939, oefent Eurojust zijn bevoegdheid echter niet uit voor de strafbare feiten ten aanzien waarvan het EOM zijn bevoegdheden uitoefent, behalve in die gevallen waarbij ook lidstaten betrokken zijn die niet deelnemen aan nauwere samenwerking bij de instelling van het EOM en op verzoek van die lidstaten of op verzoek van het EOM.
2.
Eurojust oefent zijn bevoegdheden uit ten aanzien van strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden in zaken waarbij lidstaten betrokken zijn die deelnemen aan de nauwere samenwerking inzake de oprichting van het EOM, maar ten aanzien waarvan het EOM geen bevoegdheid heeft of besluit om zijn bevoegdheid niet uit te oefenen.
Eurojust, het EOM en de betrokken lidstaten werken samen en treden in overleg met elkaar om het Eurojust gemakkelijker te maken om de bevoegdheid uit hoofde van dit lid uit te oefenen. De praktische details van zijn uitoefening van de bevoegdheid uit hoofde van dit lid worden geregeld met een werkafspraak als bedoeld in artikel 47, lid 3.
3.
Eurojust kan tevens, overeenkomstig zijn taken, op verzoek van een bevoegde autoriteit van een lidstaat bijstand verlenen aan onderzoeken en vervolgingen in verband met andere dan de in bijlage I vermelde vormen van criminaliteit.
4.
De bevoegdheid van Eurojust strekt zich ook uit tot strafbare feiten die verband houden met de in bijlage I genoemde strafbare feiten. De volgende categorieën van strafbare feiten worden als zodanig beschouwd:
- a)
strafbare feiten die zijn gepleegd om zich de middelen te verschaffen voor het plegen van in bijlage I vermelde ernstige strafbare feiten;
- b)
strafbare feiten die zijn gepleegd om in bijlage I vermelde ernstige strafbare feiten te vergemakkelijken of uit te voeren;
- c)
strafbare feiten die zijn gepleegd om in bijlage I vermelde ernstige strafbare feiten ongestraft te doen blijven.
5.
Eurojust kan ook bijstand verlenen aan onderzoeken en vervolgingen waarbij alleen een lidstaat en een derde land of een lidstaat en een internationale organisatie betrokken zijn, op voorwaarde dat met dat derde land of die internationale organisatie een samenwerkingsovereenkomst is gesloten of een afspraak tot samenwerking is gemaakt krachtens artikel 52 of op voorwaarde dat er in een specifiek geval een essentieel belang bestaat om dergelijke bijstand te verlenen.
De beslissing over of en hoe lidstaten justitiële bijstand verlenen aan een derde land of een internationale organisatie berust uitsluitend bij de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, onder voorbehoud van toepasselijk nationaal recht, Unierecht of internationaal recht.
6.
Op verzoek van een bevoegde autoriteit van een lidstaat dan wel van de Commissie, kan Eurojust ook bijstand verlenen aan onderzoeken en vervolgingen waarbij alleen die lidstaat betrokken is, maar die gevolgen hebben op Unieniveau. Alvorens op verzoek van de Commissie op te treden, raadpleegt Eurojust de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat. Die bevoegde autoriteit kan binnen een door Eurojust vastgestelde termijn bezwaar maken tegen de tenuitvoerlegging van het verzoek door Eurojust, waarbij die bevoegde autoriteit per geval haar standpunt rechtvaardigt.