NJ 2015/339
Witwassen; aangetroffen geld niet afkomstig uit eigen misdrijf.
HR 07-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:888, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 april 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, Y. Buruma, N. Jörg, V. van den Brink
- Zaaknummer
S 13/00653
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
N. Keijzer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124077:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:888, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑04‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2863, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑12‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑08‑2014
- Wetingang
Art. 420bis Sr
Essentie
Witwassen. Onder verdachte zijn in zijn woning geldbedragen aangetroffen, waarvan het niet anders kan zijn dan dat die geldbedragen uit enig misdrijf afkomstig zijn. Met zijn oordeel dat niet ‘vaststaat’ dat de tenlastegelegde geldbedragen afkomstig zijn uit eigen misdrijf, heeft het hof tot uitdrukking gebracht dat niet ‘aannemelijk’ is geworden dat die geldbedragen onmiddellijk afkomstig zijn uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf. Nu niet alleen het tegendeel niet rechtstreeks voortvloeit uit de bewijsvoering en niets is aangevoerd over het voorhanden hebben van die geldbedragen door eigen misdrijf, maar de bewezenverklaarde uitvoer van cocaïne en voorbereiding van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.