Gst. 2021/129
Geen bevoegdheid tot brutering als netto terugvordering mede door toedoen van bijstandverlenende instantie is ontstaan én betrokkene niet kan worden verweten dat de vordering niet is voldaan in het kalenderjaar waarin deze is ontstaan. (Rotterdam)
CRvB 07-06-2021, ECLI:NL:CRVB:2021:1388, m.nt. J.C. de Wit
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
7 juni 2021
- Magistraten
Mrs. G.M.G. Hink, W.F. Claessens, K.M.P. Jacobs
- Zaaknummer
18/5491 PW
- Noot
J.C. de Wit
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS292200:1
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid bijstand / Algemene bijstand
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2021:1388, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 07‑06‑2021
- Wetingang
Essentie
Geen bevoegdheid tot brutering als netto terugvordering mede door toedoen van bijstandverlenende instantie is ontstaan én betrokkene niet kan worden verweten dat de vordering niet is voldaan in het kalenderjaar waarin deze is ontstaan. (Rotterdam)
Samenvatting
De Raad ziet aanleiding om deze rechtspraak te wijzigen. Anders dan voorheen is de Raad van oordeel dat de bijstandverlenende instantie de in artikel 58, vijfde lid, tweede volzin, van de PW neergelegde bevoegdheid tot bruto terugvordering niet mag gebruiken als een vordering is ontstaan mede of geheel door toedoen van de bijstandverlenende instantie én de betrokkene niet kan worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.