Hof Arnhem-Leeuwarden, 26-05-2014, nr. ks 21-002290-13
ECLI:NL:GHARL:2014:4272
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
26-05-2014
- Zaaknummer
ks 21-002290-13
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2014:4272, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 26‑05‑2014; (Hoger beroep)
- Vindplaatsen
EeR 2014, afl. 4, p. 135
Uitspraak 26‑05‑2014
Inhoudsindicatie
Megazaak Golfclub. Integrale vrijspraak ten laste gelegde woningoverval, gepleegd in de te Froombosch (zaak Mantis). Iemand heeft zich tegenover een getuige voor verdachte heeft uitgegeven. Kennelijk willen één of meer van de personen die de overval hebben gepleegd, verdachte een hak zetten. In dat scenario houdt het hof er rekening mee dat de aangetroffen bivakmuts met daarop DNA van verdachte, daar (bewust) door anderen is geplaatst en niet door verdachte is achtergelaten. Ook de belastende (de auditu) verklaring van een andere getuige, verliest daardoor bewijswaarde. Voor het overige houdt het dossier niets in op basis waarvan betrokkenheid van verdachte bij de woningoverval kan worden vastgesteld.
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002290-13
Uitspraak d.d.: 26 mei 2014
TEGENSPRAAK
Promis
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Groningen van 27 december 2012 met parketnummer 18-670165-12 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1989],
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 17 juni 2013, 11 september 2013, 2 december 2013, 20 februari 2014, 7, 8 en 9 april 2014, 12 mei 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, met aftrek van voorarrest. De vordering van de benadeelde partij [benadeelde2] dient hoofdelijk te worden toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. R.P. van der Graaf, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de nacht van 10 december 2011 op 11 december 2011, te Froombosch, in elk geval in de gemeente Slochteren, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit/nabij de woning [adres] heeft weggenomen
- een geldbedrag van ongeveer 80 euro, althans een geldbedrag, en/of
- twee, althans een of meer mobiele telefoontoestellen, en/of
- een of meerdere hennepplanten en/of henneptoppen en/of hennepbladeren, en/of
- twee, althans een of meerdere spaarpotten, en/of
- twee, althans een of meerdere laptops, en/of
- twee, althans een of meerdere (auto)sleutels, en/of
- een kentekenbewijs, en/of
- een overschrijvingsbewijs, en/of
- een auto,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer6] en/of [benadeelde2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
en/of welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer6] en/of die [benadeelde2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een mes aan die [slachtoffer6] en/of die [benadeelde2] heeft getoond en/of getoond gehouden, en/of
- die [slachtoffer6] en/of die [benadeelde2] de woorden heeft toegevoegd: "Ik wil met jou zaken doen" en/of "Je hebt een hele grote hennepkwekerij" en/of "Ik wil nu geld zien" en/of "Je moet geld regelen" en/of "Ik neem je auto dan wel mee", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- die [slachtoffer6] heeft gestompt en/of geslagen.
EN/OF
hij in omstreeks de nacht van 10 december 2011 op 11 december 2011, te Froombosch, in elk geval in de gemeente Slochteren, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer6] en/of [benadeelde2] heeft gedwongen tot de afgifte van
- een geldbedrag van ongeveer 80 euro, althans een geldbedrag, en/of
- twee, althans een of meer mobiele telefoontoestellen, en/of
- een of meerdere hennepplanten en/of henneptoppen en/of hennepbladeren, en/of
- twee, althans een of meerdere spaarpotten, en/of
- twee, althans een of meerdere laptops, en/of
- twee, althans een of meerdere (auto)sleutels, en/of
- een kentekenbewijs, en/of
- een overschrijvingsbewijs, en/of
- een auto,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer6] en/of die [benadeelde2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, en/of
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een mes aan die [slachtoffer6] en/of die [benadeelde2] heeft getoond en/of getoond gehouden, en/of
- die [slachtoffer6] en/of die [benadeelde2] de woorden heeft toegevoegd: "Ik wil met jou zaken doen" en/of "Je hebt een hele grote hennepkwekerij" en/of "Ik wil nu geld zien" en/of "Je moet geld regelen" en/of "Ik neem je auto dan wel mee", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- die [slachtoffer6] heeft gestompt en/of geslagen.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Op 11 december 2011 omstreeks 04:15 uur zijn aangevers [slachtoffer6] en [benadeelde2] in hun woning aan de [adres] te Froombosch overvallen. Toen zij wakker werden, stonden er twee mannen in hun slaapkamer. Eén van hen droeg een zwarte bivakmuts. Onder gebruikmaking van geweld en bedreiging met geweld zijn vervolgens diverse goederen, waaronder een auto, laptops, telefoons en hennep weggenomen.
Het dossier bevat de volgende stukken waaruit de betrokkenheid van verdachte bij dit feit zou kunnen worden afgeleid.
Op de Fromaweg tussen Slochteren en Froombosch, op welke weg de gestolen auto van aangevers is aangetroffen, is in de ochtend van 11 december 2011 om 06:55 uur een zwarte bivakmuts gevonden. In de bemonstering van deze bivakmuts is celmateriaal aangetroffen dat volgens onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut hoogstwaarschijnlijk afkomstig is van verdachte (berekende frequentie: één op één miljard). Er zijn tevens DNA kenmerken van ten minste 2 andere onbekende personen op de bivakmuts aangetroffen.
Het dossier bevat verder een verklaring van getuige [getuige6], die verklaart dat hij in de nacht van 10 op 11 december 2011 omstreeks 05:10 uur een jongen tegenkwam in Slochteren. De jongen vertelde dat hij [verdachte] heette, net zoals [naam], en dat hij oorspronkelijk uit Rusland kwam. Nadat de jongen een telefoontje pleegde met de telefoon van getuige [getuige7], werd hij opgehaald door een auto met daarin 3 personen.
Ten slotte bevat het dossier verklaringen van [getuige1], de ex-vriendin van medeverdachte [medeverdachte2](bijgenaamd [medeverdachte2]). [getuige1] heeft aanvankelijk verklaard dat zij van [medeverdachte2] heeft gehoord dat verdachte bij de overval op de woning in Froombosch was betrokken en dat hij in de woning is geweest, later bij de rechter-commissaris heeft zij verklaard dat zij dit ook van verdachte zelf heeft gehoord.
Verdachte heeft steeds stellig ontkend bij de overval betrokken te zijn geweest. Hij was die nacht bij zijn ouders thuis, alwaar hij zijn verjaardag heeft gevierd. De bivakmuts heeft hij in het verleden gebruikt op de scooter en vóór het delict uitgeleend aan bekenden van hem. Verdachte ontkent dat hij de persoon was waarmee getuige [getuige6] heeft gesproken. Verdachte vermoedt dat een medeverdachte zich voor hem heeft uitgegeven. De verklaring van [getuige1] klopt niet en moet ook in dat licht worden bezien.
Gezien het voorgaande heeft de verdediging bepleit dat verdachte integraal van het hem ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken.
De advocaat-generaal heeft gemotiveerd aangevoerd waarom er volgens hem wel voldoende wettig en overtuigend bewijs is. Kort gezegd acht de advocaat-generaal het door verdachte gegeven alibi niet geloofwaardig en bovendien niet sluitend. Ook de verklaring van verdachte dat hij zijn bivakmuts heeft uitgeleend, acht de advocaat-generaal niet geloofwaardig. Op basis van de verklaringen van [getuige6] en [getuige7] kan worden vastgesteld dat zij verdachte die nacht hebben gezien. Dat zij verdachte bij een later gehouden fotoconfrontatie niet hebben herkend, doet daaraan niet af. Het voorgaande, in combinatie met de verklaring van [getuige1] en het feit dat uit het dossier blijkt dat verdachte de groene Volkswagen Golf die in buurt van de woning van [slachtoffer6] en [benadeelde2] is aangetroffen, wel eens leende, vormt voldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte als medepleger bij de woningoverval was betrokken.
Het hof overweegt als volgt.
De getuige [getuige6] heeft een signalement gegeven van de jongen die zich [verdachte] noemde. De jongen had in één van zijn oren een vierkante diamanten oorbel. Ter terechtzitting van het hof is gebleken dat verdachte geen gaatjes in zijn oren heeft en er waren evenmin sporen van voormalige gaatjes te zien. Zowel ten aanzien van de getuige [getuige6] als de getuige [getuige7] is er een fotoconfrontatie uitgevoerd. Verdachte is daarbij niet herkend. [getuige6] verklaart stellig dat de personen op foto's 1 tot en met 5 (verdachte staat op foto 2) het "absoluut niet" zijn. Ook [getuige7] herkent verdachte niet. Hij vindt een andere persoon (niet verdachte) het meest op de betreffende jongen lijken.
Anders dan de advocaat-generaal, gelooft het hof gezien het voorgaande niet dat de persoon die [getuige6] en [getuige7] in de nacht van 10 op 11 december 2011 hebben gezien, verdachte was. Nu de door die persoon opgegeven persoonsgegevens ([verdachte], afkomstig uit Rusland) onmiskenbaar op verdachte slaan, kan het niet anders zijn dan dat iemand zich voor verdachte heeft uitgegeven. Eén of meer van de personen die de overval op [slachtoffer6] en [benadeelde2] hebben gepleegd, hebben verdachte kennelijk een hak willen zetten. In dat scenario moet er naar het oordeel van het hof ook rekening mee worden gehouden dat de aangetroffen bivakmuts daar (bewust) door anderen is geplaatst en niet door verdachte is achtergelaten. Ook de (de auditu) verklaring van [getuige1] verliest daarmee bewijswaarde.
Nu het dossier overigens niets inhoudt op basis waarvan de betrokkenheid van verdachte bij het ten laste gelegde feit kan worden vastgesteld, acht het hof niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte dit feit heeft begaan. Verdachte zal hiervan daarom worden vrijgesproken.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde2]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 750,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Nu aan verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd, terwijl evenmin artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht wordt toegepast, dient de benadeelde partij gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, aanhef en onder a, Wetboek van Strafvordering, in haar vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard, met veroordeling van de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde2]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde2] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door
mr. T.H. Bosma, voorzitter,
mr. G. Dam en mr. G.M. Meijer-Campfens, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H. Akkerman, griffier,
en op 26 mei 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.