Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit WVO 2020
Artikel 6.29 Verrekening exploitatie-overschot bij opheffing school
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
14-10-2021, Stb. 2021, 521 (uitgifte: 05-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2021, Stb. 2022, 13 (uitgifte: 11-01-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Indien een school wordt opgeheven anders dan in verband met samenvoeging met een andere school of de aanspraak op bekostiging voor een school verloren gaat, stort het bevoegd gezag het exploitatie-overschot, bedoeld in artikel 5.37 van de wet, terug in ’s Rijks kas. Het neemt daarbij het derde lid in acht.
2.
Het exploitatie-overschot is de som van:
- a.
het bedrag van de bekostiging, bedoeld in artikel 5.32 van de wet, verminderd met de lasten over dat jaar voor zover deze als rechtmatig kunnen worden aangemerkt;
- b.
de reserveringen voor zover afkomstig uit ’s Rijks kas, met inbegrip van de ontvangen rentebaten; en
- c.
voor zover het gaat om een bijzondere school, de niet bestede gedeelten van de uitkeringen op grond van de voorschriften inzake de gemeentelijke overschrijding.
3.
Indien het exploitatie-overschot van een bijzondere school ook is opgebouwd uit uitkeringen als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, geldt als maatstaf voor de verdeling van dat deel van het exploitatie-overschot tussen het Rijk en de gemeente de verhouding tussen het ontvangen bedrag aan bekostiging van het Rijk en het ontvangen bedrag aan overschrijdingsuitkeringen van de gemeente in een periode van vijf jaren, voorafgaand aan het jaar van de beëindiging van de bekostiging. De verdeling behoeft de goedkeuring van Onze Minister.