RvdW 2020/704
Toewijzing vordering benadeelde partijen ter zake immateriële schade ontoereikend gemotiveerd.
HR 26-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:868
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 mei 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/03449
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:868, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:188, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑03‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑03‑2019
- Wetingang
Essentie
Toewijzing vordering benadeelde partij ter zake immateriële schade; oordeel dat verdachte het oogmerk had tot het toebrengen van nadeel ontoereikend gemotiveerd.
Samenvatting
De enkele omstandigheid dat verdachte opzettelijk een situatie heeft geschapen waardoor ander nadeel dan vermogensschade is toegebracht, kan de gevolgtrekking dat hij het oogmerk had zodanig nadeel toe te brengen (art. 6:106 BW) niet dragen. Dat hij opzettelijk een politieauto heeft aangereden en op een andere politieauto is ingereden — in welke auto’s zich verbalisanten bevonden — volstaat evenmin om dit oogmerk aan te nemen. De toewijzing van de vordering van de benadeelde partijen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.