Overeenkomst tot arbitrage
Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/12.2.2.3:12.2.2.3 Verklaring van recht bij plaats van arbitrage buiten Nederland
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/12.2.2.3
12.2.2.3 Verklaring van recht bij plaats van arbitrage buiten Nederland
Documentgegevens:
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS509706:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Vgl. 1-11( 24 november 1989 (Focus Veilig/The Lincoln Electric Company), r.o. 4.2.4 , NJ 1992, 404, m.nt. DWFV, BR 21 februari 1992 (MB Intemational/Mattel), r.o. 5, NJ 1993, 164, m.nt. J.H. SPOOR en BR 19 maart 2004 (Philips/Postech), r.o. 3.4.3, NJ 2007, 585, m.nt. P. Vlas.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het belang van een verklaring van recht van een Nederlandse rechter dat een geldige overeenkomst tot arbitrage bestaat (naast de mogelijkheden van art. 1074 lid 1 Rv strekkende tot onbevoegdverklaring als bij hem een geschil aanhangig wordt gemaakt), is mijns inziens uiterst gering als de plaats van arbitrage buiten Nederland is gelegen. Immers, de gewone rechter van de plaats van arbitrage zal bevoegd zijn tot kennisneming van een vordering tot vernietiging en in een mogelijk buitenlands vernietigingsgeding sorteert de beslissing van de Nederlandse rechter formeel bezien geen enkel effect (zie 7.2.2.1). De vernietigingsrechter zal volgens het toepasselijk recht zelfstandig beslissen of een geldige overeenkomst tot arbitrage bestaat. Hij is geenszins gebonden aan enig rechterlijk oordeel dienaangaande van de Nederlandse rechter (zie ook 6.3.1). Een buitenlands scheidsgerecht zal zich daarom evenmin iets aan de beslissing van de Nederlandse rechter gelegen laten liggen, doch zich richten op het oordeel in een eventueel vernietigingsgeding. Het is heel wel mogelijk dat een vordering op dit punt wegens gebrek aan belang moet stranden (art. 3:303 BW).
De verklaring van recht dient hooguit een belang als men wil weten of mogelijkheden bestaan tot tenuitvoerlegging van het buitenlands arbitraal vonnis in Nederland. Het is de vraag of dit wel een voldoende belang vormt. Art. 1075-1076 Rv voorzien in de mogelijkheden tot weigering van een verzoek tot erkenning en tenuitvoerlegging van een daadwerkelijk bestaand buitenlands arbitraal vonnis. Aangezien het antwoord op de vraag of een buitenlands arbitraal vonnis voor erkenning en tenuitvoerlegging in aanmerking komt van tal van omstandigheden afhangt, is het mijns inziens sterk de vraag of voldoende belang bestaat als bij voorbaat, met het oog op de eventuele erkenning en tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis in Nederland, een verklaring van recht wordt gevraagd dat een geldige overeenkomst tot arbitrage bestaat.
Indien wij al zouden aannemen dat de gewone rechter een verklaring van recht mag geven omtrent de vraag of een geldige overeenkomst tot arbitrage bestaat, rest wel de vraag of hem wel rechtsmacht toekomt. Verdedigd kan worden dat, voorzover het Nederland aangaat, de Nederlandse rechter rechtsmacht toekomt als de gedaagde in Nederland zijn woonplaats heeft (zie art. 2 e.v. Rv). De EEX-Vo is overigens niet van toepassing (zie 6.3.1).
Mocht bij de gevorderde verklaring van recht wél een belang bestaan en de gewone rechter rechtsmacht toekomen, dan staat aan een verklaring van recht mijns inziens niet in de weg dat de beslissing van de Nederlandse rechter dienaangaande mogelijk gevolgen heeft (voor het arbitraal geding) in het buitenland.1