Einde inhoudsopgave
Landsverordening internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen [Curaçao]
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
17-09-2015, Publicatieblad van Curaçao 2015, 53 (uitgifte: 25-09-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-09-2015, Publicatieblad van Curaçao 2015, 53 (uitgifte: 25-09-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
Indien degene die ingevolge paragraaf 2 verplicht is tot het verstrekken van gegevens, deze niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekt, vormt dit een verzuim ter zake waarvan de bevoegde functionaris hem een boete van ten hoogste NAf 5.000 kan opleggen.
2.
De bevoegdheid tot het opleggen van een boete vervalt door het verloop van vijf jaren na het einde van het kalenderjaar respectievelijk belastingjaar, bedoeld in de artikelen 11 en 12.
3.
Hoofdstuk III, afdeling 2, met uitzondering van artikel 26, van de Algemene landsverordening Landsbelastingen is van overeenkomstige toepassing ingeval op grond van het eerste lid een bestuurlijke boete wordt opgelegd.
4.
De Ontvanger, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Algemene landsverordening Landsbelastingen, is belast met het invorderen van een ingevolge het eerste lid opgelegde boete, waarbij de Landsverordening op de invordering van directe belastingen 1943 alsmede de Invorderingsverordening 1954 van overeenkomstige toepassing is.