NJ 1952/676
Art. 230, tweede lid, Sr. is niet t. o. v. art. 225, tweede lid, een bijzondere bepaling i. d. z. van art. 55, tweede lid, Sr. Geschrift bestemd tot bewijs. Mogelijkheid van ontstaan van nadeel.
HR 24-06-1952, ECLI:NL:HR:1952:30, m.nt. Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 juni 1952
- Magistraten
Mrs Fick, Feber, Vrij, Westerouen van Meeteren, Haga
- Zaaknummer
[24061952/NJ_1952-676]
- Conclusie
Jhr. Mr. Dr. Van Asch van Wijck
- Noot
Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS134604:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1952:30, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑06‑1952
- Wetingang
Essentie
Art. 230, tweede lid, Sr. is niet t. o. v. art. 225, tweede lid, een bijzondere bepaling i. d. z. van art. 55, tweede lid, Sr. Geschrift bestemd tot bewijs. Mogelijkheid van ontstaan van nadeel.
Samenvatting
De omstandigheid, dat naast de in art. 225 tweede lid Sr. vervatte strafbaarstelling van het gebruikmaken van een vals of vervalst geschrift, als ware het echt en onvervalst, indien uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, in art. 230 tweede lid het gebruik maken van een vals of vervalst getuigschrift, als ware het echt en onvervalst, strafbaar gesteld is, plaatst laatstgenoemde strafbepaling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.