AB 2010, 147
Onrechtmatigheid primaire besluit. Formele rechtskracht. Voortgezette besluitvorming.
HR 19-12-2008, ECLI:NL:HR:2008:BF3257, m.nt. F.J. van Ommeren (Hoogland/Rotterdam)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 december 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C07/124HR
- Noot
F.J. van Ommeren
- LJN
BF3257
- Roepnaam
Hoogland/Rotterdam
- JCDI
JCDI:ADS874467:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BF3257, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑12‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BF3257, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑09‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑04‑2007
- Wetingang
BW art. 6:162; WRO (oud) art. 19
Essentie
Onrechtmatigheid primaire besluit. Formele rechtskracht. Voortgezette besluitvorming.
Samenvatting
Met de vernietiging van de beslissing op bezwaar staat, zoals in HR 13 oktober 2006, AB 2007, 270; NJ 2007, 187 (Enschede/Gerridzen) is overwogen, nog niet vast dat het primaire besluit ook onrechtmatig is. Het antwoord op de vraag of het primaire besluit rechtmatig of onrechtmatig is, hangt in het algemeen af van de besluitvorming die na de vernietiging van de beslissing op bezwaar plaatsvindt.
In het onderhavige geval is na de vernietiging van de beslissing op bezwaar de bestuursrechtelijke procedure voortgezet doordat een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.