NJ 2021/110
Art. 359 lid 3 Sv. Ondeugdelijke bewijsconstructie. Bewezenverklaring o.g.v. loopproces-verbaal met daarin conclusies m.b.t. wetenschap van verdachte.
HR 09-02-2021, ECLI:NL:HR:2021:192, m.nt. W.H. Vellinga
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 februari 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
19/00708
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS261910:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:192, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑02‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:742, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑09‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑03‑2020
- Wetingang
Art. 359 lid 3 Sv
Essentie
Art. 359 lid 3 Sv. Ondeugdelijke bewijsconstructie. De bewezenverklaring steunt op een relaas van bevindingen met daarin samenvattingen en conclusies m.b.t. wetenschap van de verdachte. Wettige bewijsmiddelen en redengevende feiten en omstandigheden ontbreken.
Samenvatting
Op grond van art. 359 lid 3 Sv moet de beslissing dat het tenlastegelegde feit door de verdachte is begaan, steunen op de inhoud van de bewijsmiddelen die de voor die beslissing redengevende feiten en omstandigheden bevatten. Deze bewijsmiddelen moeten in beginsel worden opgenomen in het vonnis, dan wel in de aanvulling zoals bedoeld in art. 365a lid 2 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.