RvdW 2021/843
Oplichting van hoogbejaarde slachtoffers door via babbeltrucs hun pincode te ontfutselen, hun pinpas te ontvreemden en geld op te nemen van hun bankrekeningen. Vergoeding immateriële schade onvoldoende gemotiveerd. ’s Hofs oordeel dat sprake is van zo’n aantasting in persoon ‘op andere wijze’ is niet begrijpelijk, nu hof niets heeft vastgesteld over aard en ernst van normschending en van gevolgen daarvan voor benadeelde. Motivering dat vergoeding van gestelde immateriële schade ‘billijk’ voorkomt, volstaat daartoe niet (vgl. HR 15 oktober 2019, NJ 2019/468, m.nt. Vellinga).
HR 13-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1127
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 juli 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M. Kuijer
- Zaaknummer
20/01232
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1127, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑07‑2021
Essentie
Oplichting van hoogbejaarde slachtoffers door via babbeltrucs hun pincode te ontfutselen, hun pinpas te ontvreemden en geld op te nemen van hun bankrekeningen. Vergoeding immateriële schade onvoldoende gemotiveerd. ’s Hofs oordeel dat sprake is van zo’n aantasting in persoon ‘op andere wijze’ is niet begrijpelijk, nu hof niets heeft vastgesteld over aard en ernst van normschending en van gevolgen daarvan voor benadeelde. Motivering dat vergoeding van gestelde immateriële schade ‘billijk’ voorkomt, volstaat daartoe niet (vgl. HR 15 oktober 2019, NJ 2019/468, m.nt. Vellinga).
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/01232
Datum ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.