ABRvS, 20-08-2014, nr. 201302473/4/R4
ECLI:NL:RVS:2014:3114
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
20-08-2014
- Zaaknummer
201302473/4/R4
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RVS:2014:3114, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 20‑08‑2014; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 20‑08‑2014
Inhoudsindicatie
Bij besluit van 24 januari 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Regentesse-/Valkenboskwartier" vastgesteld.
201302473/4/R4.
Datum uitspraak: 20 augustus 2014
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1], wonend te Den Haag, zich noemende de Wijkcommissie MaFuGaNoVa,
2. [appellant sub 2], wonend te Den Haag,
en
de raad van de gemeente Den Haag,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 24 januari 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Regentesse-/Valkenboskwartier" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 2] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant sub 2] en [partner], handelend onder de naam Blue River Sauna, hebben een nader stuk ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 14 november 2013, waar [appellant sub 1], [appellant sub 2] en de raad, vertegenwoordigd door mr. R. Sakkee, werkzaam bij de gemeente, bijgestaan door P.L.E. ten Hoopen en H. Imthorn, zijn verschenen. Voorts zijn ter zitting gehoord [belanghebbenden] vertegenwoordigd door [gemachtigden].
Bij tussenuitspraak van 12 februari 2014, in zaak nr. 201302473/1/R4, hierna: de tussenuitspraak), heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 26 weken na de verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 24 januari 2013 te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.
Bij brief van 27 juni 2014 heeft de raad om verlenging van de termijn van 26 weken verzocht.
Bij brief van 11 juli 2014 is dit verzoek afgewezen.
Met toepassing van artikel 8:57, tweede lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) heeft de Afdeling bepaald dat een tweede onderzoek ter zitting achterwege blijft.
Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. De tussenuitspraak verplicht, gelet op artikel 8:51a, tweede lid, van de Awb, het gebrek te herstellen binnen de daartoe gestelde termijn. De in de tussenuitspraak opgenomen hersteltermijn, die liep tot 13 augustus 2014, is ongebruikt verstreken, zodat niet is voldaan aan de door de Afdeling in de tussenuitspraak gegeven opdracht. Het in de tussenuitspraak omschreven gebrek in het besluit van 24 januari 2013 is derhalve niet hersteld.
2. Gezien overweging 8.7 van de tussenuitspraak ziet de Afdeling in hetgeen [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben aangevoerd aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit wat betreft het plandeel met de bestemming "Wonen" niet voldoet aan het in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) neergelegde vereiste dat bij het bestemmingsplan ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening de bestemming van de in het plan begrepen grond wordt aangewezen.
3. De beroepen zijn gegrond, zodat het bestreden besluit wat betreft het plandeel met de bestemming "Wonen" wegens strijd met artikel 3.1, eerste lid, van de Wro dient te worden vernietigd.
4. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart de beroepen gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Den Haag van 24 januari 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Regentesse-/Valkenboskwartier", voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Wonen";
III. gelast dat de raad van de gemeente Den Haag aan appellanten het door hen voor de behandeling van de beroepen betaalde griffierecht ten bedrage van € 160,00 (zegge: honderdzestig euro) voor [appellant sub 1] en € 160,00 (zegge: honderdzestig euro) voor [appellant sub 2] vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. B. Klein Nulent, griffier.
w.g. Van Diepenbeek w.g. Klein Nulent
lid van de enkelvoudige kamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 augustus 2014
218-786.