HR, 09-09-2014, nr. 13/05740
ECLI:NL:HR:2014:2748
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
09-09-2014
- Zaaknummer
13/05740
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2014:2748, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑09‑2014; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1432, Gevolgd
ECLI:NL:PHR:2014:1432, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑06‑2014
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2014:2748, Gevolgd
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2014-0358
Uitspraak 09‑09‑2014
Inhoudsindicatie
Beklag, beslag. HR verklaart klager bij gebrek aan belang niet-ontvankelijk in het beroep.
Partij(en)
9 september 2014
Strafkamer
nr. S 13/05740 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 5 november 2013, nummer RK 13/1995, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klager] , geboren te [geboorteplaats] in het jaar 1969.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft mr. C.C. Polat, advocaat te Breukelen, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager in het beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De Rechtbank heeft bij beschikking van 5 november 2013 het klaagschrift van de klager strekkende tot teruggave van een onder hem inbeslaggenomen personenauto met het Duitse kenteken [001], ongegrond verklaard. Uit door de Advocaat-Generaal ingewonnen inlichtingen, zoals in de conclusie vermeld, blijkt dat de personenauto op 14 januari 2014 is teruggegeven aan de klager. Dit betekent dat de klager geen belang meer heeft bij het beroep tegen de beschikking van de Rechtbank zodat hij daarin niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de klager niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheer H.A.G. Splinter-van Kan als voorzitter, en de raadsheren N. Jörg en V. van den Brink, in bijzijn van de griffierS.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 september 2014.
Conclusie 03‑06‑2014
Inhoudsindicatie
Beklag, beslag. HR verklaart klager bij gebrek aan belang niet-ontvankelijk in het beroep.
Nr. 13/05740 B Zitting: 3 juni 2013 | Mr. Knigge Conclusie inzake: [klager] |
1. De Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, heeft bij beschikking van 5 november 2013 het door klager ingediende klaagschrift ongegrond verklaard.
2. Tegen deze beschikking is namens klager cassatieberoep ingesteld.
3. Namens klager heeft mr. C.C. Polat, advocaat te Breukelen, een middel van cassatie voorgesteld.
4. Ontvankelijkheid van het cassatieberoep
4.1. Alvorens ik overga tot de bespreking van het middel, bespreek ik hier eerst de vraag of klager kan worden ontvangen in zijn cassatieberoep.
4.2. De Rechtbank Midden-Nederland heeft bij beschikking van 5 november 2013 het door klager ingediende klaagschrift strekkende tot teruggave van de onder hem inbeslaggenomen personenauto Audi S8 met het Duitse kenteken [001], ongegrond verklaard. Uit namens mij bij het openbaar ministerie ingewonnen inlichtingen blijkt dat deze personenauto op 14 januari 2014 is teruggegeven aan klager. Dit betekent dat het beslag op grond van art. 134 lid 2 onder a Sv is beëindigd. Klager heeft dan ook geen belang bij het cassatieberoep.
5. Deze conclusie strekt ertoe dat de Hoge Raad klager niet-ontvankelijk zal verklaren in het ingestelde cassatieberoep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden,
AG