NJB 2018/272:Sprake van ‘door misdrijf verkregen’ (art. 416 Sr) of ‘uit enig misdrijf afkomstig’ (art. 420bis Sr) schilderijen die zijn weggenomen bij een in scène gezette diefstal bij een bij deze enscenering betrokkene met de bedoeling een verzekeringsmaatschappij op te lichten? Niet kan worden geoordeeld dat de schilderijen ‘van misdrijf afkomstig waren’ omdat de aanwezigheid van de schilderijen bij de verdachte van meet af aan in ‘direct causaal verband’ stond met oplichting van de verzekeringsmaatschappij door betrokkene, en dat daaraan niet af doet dat de verzekeringsfraude eerst is gepleegd na de overdracht van de schilderijen aan de verdachte en dat slechts de schade-uitkering het product van die verzekeringsfraude is. Goederen of voorwerpen kunnen immers in beginsel slechts worden aangemerkt als ‘door misdrijf verkregen’ (art. 416 Sr) respectievelijk ‘uit enig misdrijf afkomstig’ (art. 420bis Sr) indien deze zijn verkregen door respectievelijk afkomstig zijn uit een misdrijf gepleegd voorafgaand aan de in art. 416 Sr respectievelijk art. 420bis Sr genoemde delictsgedragingen