Einde inhoudsopgave
Besluit investeringsaftrek 2014
2.2 Onderdeel van een bedrijfsmiddel: toepassing grens van € 450 of € 2.500 (2014)
Geldend
Geldend vanaf 27-03-2014. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 17-03-2014
- Bronpublicatie:
17-03-2014, Stcrt. 2014, 8550 (uitgifte: 26-03-2014, regelingnummer: BLKB 2014/106M)
- Inwerkingtreding
27-03-2014, terugwerkend tot: 17-03-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-03-2014, Stcrt. 2014, 8550 (uitgifte: 26-03-2014, regelingnummer: BLKB 2014/106M)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Inkomstenbelasting / Winst
Bedrijfsmiddelen waarvan het investeringsbedrag minder bedraagt dan € 450 of € 2.500 (vanaf 2014) behoren voor de KIA respectievelijk EIA en MIA (vanaf 2014) niet tot de bedrijfsmiddelen (artikel 3.45, tweede en vierde lid, van de Wet IB 2001, tekst vanaf 2014). Deze uitsluitingsbepalingen gelden voor het investeringsbedrag dat betrekking heeft op een zaak die als een zelfstandig bedrijfsmiddel moet worden aangemerkt. Daarnaast geldt de uitsluitingsbepaling voor verbeteringskosten van een bedrijfsmiddel. Als sprake is van een investering in een onzelfstandig onderdeel van een bedrijfsmiddel, geldt als investeringsbedrag voor eerdergenoemde uitsluitingsbepaling, het investeringsbedrag van het bedrijfsmiddel als geheel. Als het onderdeel niet gelijktijdig met het bedrijfsmiddel zelf is aangeschaft, zal een zelfstandige toets aan het hiervoor vermelde drempelbedrag noodzakelijk zijn. Het bovenstaande geldt voor de KIA (€ 450), de MIA en de EIA (beide € 2.500 vanaf 2014).
Voorbeeld
Een onderneming investeert in een nieuwe vrachtauto. Het investeringsbedrag bedraagt € 76.000. Tot het investeringsbedrag behoort een bedrag van € 375 voor een dakspoiler. De dakspoiler staat op de energielijst. De spoiler is op grond van jurisprudentie over het begrip bedrijfsmiddel niet aan te merken als een zelfstandig bedrijfsmiddel.
Het investeringsbedrag van € 375 is niet als bedrijfsmiddel uitgesloten van EIA op grond van artikel 3.45, eerste lid, onderdeel a (vóór 2014) of artikel 3.45, vierde lid, onderdeel b, van de Wet IB 2001 (vanaf 2014) omdat het bedrag onderdeel uitmaakt van de investering in één bedrijfsmiddel, waarvan het bedrag uitgaat boven, of gelijk is aan, € 2.500. Ik wijs er evenwel op dat vanaf 2014 voor de EIA en MIA de aanmelding van aangegane verplichtingen en gemaakte voortbrengingskosten bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (voorheen AgentschapNL) per melding ten minste € 2.500 moet bedragen.
Als de dakspoiler niet al bij de aanschaf van de vrachtauto was inbegrepen maar later wordt aangeschaft, dan zullen deze verbeteringskosten zijn uitgesloten als bedrijfsmiddel voor de EIA. De verbeteringskosten zijn immers lager dan € 2.500 (vanaf 2014) en € 450 (vóór 2014).