NJF 2018/379
De rechtbank spreekt het voornemen uit prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad met betrekking tot de vraag of vennoten van een V.O.F. zelf (ook) werkgever zijn.
Rb. Overijssel 25-04-2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:1901
- Instantie
Rechtbank Overijssel
- Datum
25 april 2018
- Magistraten
Mr. J.M. Marsman
- Zaaknummer
C/08/204451 / HA ZA 17-318 en C/08/207604 / HA ZA 17-421
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid werkloosheid / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBOVE:2018:2748, Uitspraak, Rechtbank Overijssel, 20‑06‑2018
ECLI:NL:RBOVE:2018:1901, Uitspraak, Rechtbank Overijssel, 25‑04‑2018
Uitspraak, Rechtbank Overijssel, 01‑11‑2017
- Wetingang
Art. 392 Rv; art. 66 WW; art. 40 Fw; art. 18 WvK
Essentie
De rechtbank spreekt het voornemen uit prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad met betrekking tot de vraag of vennoten van een V.O.F. zelf (ook) werkgever zijn.
Samenvatting
V.O.F. en vennoten zijn failliet verklaard; het faillissement van de vennoten wordt later omgezet in schuldsanering, het faillissement van de V.O.F. wordt opgeheven bij gebrek aan baten. In deze procedure stelt het UWV dat zij een preferente en een boedelvordering heeft in de schuldsanering in verband met aan werknemers van de onderneming uitgekeerd loon. De bewindvoerder spreekt dat tegen omdat de werknemers alleen in dienst van de V.O.F. waren. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.