NJB 2011, 1356
HR, 14-06-2011, nr. 10/01604
HR 14-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP0287
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 juni 2011
- Magistraten
Mrs. Koster, De Savornin Lohman, De Hullu, Thomassen en Loth
- Zaaknummer
10/01604
- Conclusie
A-G Silvis
- LJN
BP0287
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP0287, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP0287, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑01‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑07‑2010
- Wetingang
EVRM art. 10; Sr art. 261 lid 3; Sv art. 167
Essentie
De civielrechtelijke veroordelingen van de verdachte staan niet in de weg aan het recht van het Openbaar Ministerie om – wegens uitoefening van het opportuniteitsbeginsel – tot strafrechtelijke vervolging over te gaan. Eigenlijk gaat het er overigens niet zozeer om of er vervolgd kan worden dan of er veroordeeld mag worden en het hof is met de Hoge Raad van oordeel dat ook die vraag bevestigend moet worden beantwoord (middel 5).
De strafrechtelijke veroordeling van de verdachte staat niet in de weg aan art. 10 EVRM. De klacht dat de verdachte geen feitelijke oordelen heeft gedaan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.