Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/951
Economische zaak. Vervolg op ECLI:NL:HR:2011:BP3968. Ambtshalve: de partiële verjaring van het meer subsidiair tenlastegelegde. leidt niet tot ambtshalve vernietiging van de bestreden uitspraak, nu verdachte daarbij onvoldoende belang heeft.
HR 01-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2457
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 september 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/05393
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2457, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1684, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2015
Essentie
Economische zaak. Vervolg op ECLI:NL:HR:2011:BP3968. Ambtshalve: de partiële verjaring van het meer subsidiair tenlastegelegde. leidt niet tot ambtshalve vernietiging van de bestreden uitspraak, nu verdachte daarbij onvoldoende belang heeft.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, Economische Kamer, van 11 februari 2014, nummer 21/002720-11, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. D.J.P. van Barneveld, te Arnhem.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1.
Na terugwijzing van de zaak door de Hoge Raad bij arrest van 29 maart 2011 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zitting houdende te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.