V-N Vandaag 2024/1473
Ter inzagelegging van stukken op kantoor leidt niet tot schending hoorplicht
HR 05-07-2024, ECLI:NL:HR:2024:1046
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 juli 2024
- Zaaknummer
22/04186
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Waterschapsbelastingen
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:1046, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑07‑2024
- Wetingang
Essentie
Hof Den Haag oordeelt dat geen sprake is van schending van de hoorplicht in de bezwaarfase. De ter inzage legging van de stukken op kantoor is voldoende. Daarnaast heeft de heffingsambtenaar nog diverse stukken bij de uitnodiging voor de hoorzitting meegestuurd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Samenvatting
X ontvangt een aanslagbiljet waterschapsbelastingen 2020 van de Regionale Belastinggroep. X vindt dat de heffingsambtenaar in de bezwaarfase diverse formele regels schendt. Zo had de heffingsambtenaar alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan hem moeten opsturen. Tevens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.