NJ 2016/479
Witwassen; tegoeden op spaarrekeningen waren ‘onmiddellijk’ uit eigen misdrijf afkomstig, een auto die met uit eigen misdrijf verkregen geld is gekocht niet.
HR 08-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2527
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 november 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, M.J. Borgers
- Zaaknummer
14/06230
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154146:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2527, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:793, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑11‑2015
- Wetingang
Art. 420bis Sr
Essentie
Het voorhanden hebben van uit ‘eigen’ misdrijf afkomstige geldbedragen op op naam van de verdachte staande en in Nederland aangehouden spaarrekeningen kan niet als witwassen worden gekwalificeerd. Het voorhanden hebben van een personenauto betaald met door eigen misdrijf verkregen geld levert wel witwassen op, omdat de auto niet ‘onmiddellijk’, maar `middellijk’ uit eigen misdrijf afkomstig is.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 20 november 2014, nummer 20/003308-13, in de strafzaak tegen: C.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(zie 3.1; red.)