NJB 2015/1910
Bestanddeel ‘waarvan het gebruik door de rechthebbende is beëindigd’ in kraakstrafbaarstelling art. 138a lid 1 Sr: de feitelijk situatie mag hierbij beslissend worden geacht. Bestanddeel kon i.c. als ‘bestanddeel vervuld’ worden geacht omdat het gekraakte gedeelte van het gebouw nog niet was verhuurd en van feitelijk gebruik als kantoorgebouw geen sprake meer was; daaraan doet niet af dat de rechthebbende het gebouw voor gebruik beschikbaar hield door het in bruikleen te geven aan Antikraak BV en evenmin dat een gedeelte van het in twee adressen verdeelde pand inmiddels was verhuurd aan startende ondernemers
HR 13-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3021
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/05204
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3021, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2082, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑08‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑02‑2015
- Wetingang
(Sr art. 138a)
Essentie
Bestanddeel ‘waarvan het gebruik door de rechthebbende is beëindigd’ in kraakstrafbaarstelling art. 138a lid 1 Sr: de feitelijk situatie mag hierbij beslissend worden geacht. Bestanddeel kon i.c. als ‘bestanddeel vervuld’ worden geacht omdat het gekraakte gedeelte van het gebouw nog niet was verhuurd en van feitelijk gebruik als kantoorgebouw geen sprake meer was; daaraan doet niet af dat de rechthebbende het gebouw voor gebruik beschikbaar hield door het in bruikleen te geven aan Antikraak BV en evenmin dat een gedeelte van het in twee adressen verdeelde pand inmiddels was verhuurd aan startende ondernemers
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.