Hof Amsterdam, 09-12-2005, nr. 23-003025-05
ECLI:NL:GHAMS:2005:AU7916
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
09-12-2005
- Zaaknummer
23-003025-05
- LJN
AU7916
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2005:AU7916, Uitspraak, Hof Amsterdam, 09‑12‑2005; (Hoger beroep)
- Wetingang
- Vindplaatsen
NbSr 2006/16
Uitspraak 09‑12‑2005
Inhoudsindicatie
Het hof stelt vast dat de strafwet aan het recht op een vrije meningsuiting grenzen stelt in het geval uitlatingen een beledigend karakter krijgen en de aangesprokene zich in zijn of haar goede naam en faam aangetast kan voelen. Naar het oordeel van het hof kan een uitlating als de onderhavige, in beginsel in het maatschappelijk verkeer als beledigend worden opgevat. De context waarin de uitlating wordt gedaan speelt echter ook een rol. In het onderhavige geval werden de uitlatingen gedaan in een publiekelijk gevoerd politiek debat waarin de deelnemers zich per definitie uitlaten over andermans politieke standpunten. In de onderhavige zaak heeft de verdachte zich gemanifesteerd als politica die zich in een publiek forum uitliet over de door een andere politicus -zij het onder het pseudoniem 'wooninrotterdam'- gedane uitlatingen. Onder de gegeven omstandigheden en gelet op de door de aangever gedane uitlatingen en de context daarvan -te weten een chatbox waarin radicaal rechtse elementen hun mening uitten- acht het hof de door verdachte gedane uitspraak over aangever rechtens toegestaan.
Partij(en)
arrestnummer:
parketnummer: 23-003025-05
datum uitspraak: 9 december 2005
TEGENSPRAAK
ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank te Amsterdam van 20 mei 2005 in de strafzaak onder parketnummer 13-062852-03 van het openbaar ministerie
tegen
[VERDACHTE],
geboren te [plaats] op [datum],
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[straatnaam], [woonplaats].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 11 mei 2005 en op de terechtzitting in hoger beroep van 25 november 2005.
Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding. Van die dagvaarding is een kopie in dit arrest gevoegd. De daarin vermelde tenlastelegging wordt hier overgenomen.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest het hof deze verbeterd. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de eerste rechter.
Vrijspraak
Aan de verdachte is -kort weergegeven- tenlastegelegd dat zij zich jegens [slachtoffer] beledigend heeft uitgelaten door hem uit te maken voor de grootste neonazi uit de Nederlandse politiek. Zulks is geschied in het televisieprogramma Barend en Van Dorp van 9 december 2002. In dat programma figureerde [slachtoffer] zelf niet.
Ter zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gerequireerd tot vrijspraak.
De raadsman van de verdachte heeft gepleit aan de hand van de nadien overgelegde pleitnotities.
De verdachte zelf heeft, op hoofdlijnen, het volgende naar voren gebracht.
- a.
Zij heeft niet bedoeld [slachtoffer] te beledigen. Het ging en gaat haar om voor het publiek een duidelijk onderscheid te laten zien tussen haar partij, Leefbaar Nederland, en de opvattingen van [slachtoffer], die, in ieder geval toendertijd, verbonden was aan Leefbaar Rotterdam.
- b.
Zij, de verdachte, heeft [slachtoffer] slechts willen typeren en hem neerzetten waar hij zichzelf had geplaatst.
Uit het verhandelde ter terechtzitting is het volgende voldoende komen vast te staan.
De verdachte en [slachtoffer] begaven zich op en omstreeks de tenlastegelegde periode als politicus in het openbaar debat.
In de onderhavige kwestie heeft de verdachte zich in een (politiek) televisieprogramma gemanifesteerd als politica over de volgende door [slachtoffer] gedane uitlatingen, zoals [slachtoffer] die kort tevoren onder het pseudoniem van 'wooninrotterdam' deed op de site Stormfront White Nationalist Community. De aangever heeft daar onder meer gesteld:
"Die jongens hun voetbalcarrière moet over zijn. Anders krijgen we in de toekomst nog meer Seedorfjes en Kluivertjes. Wat mij betreft moeten acties worden opgevoerd. Nu gebeurt er niets, er moet eens duidelijk worden gemaakt hoe wij erover denken als blanken. Er is een ding erger dan een neger, een blanke neger!"
Onder de gegeven omstandigheden en gelet op de door [slachtoffer] gedane (openbaar toegankelijke) uitlatingen, acht het hof de door de verdachte gedane uitspraak niet opzettelijk beledigend voor [slachtoffer].
Het hof stelt vast dat de strafwet aan het recht op een vrije meningsuiting grenzen stelt in het geval uitlatingen een beledigend karakter krijgen en de aangesprokene zich in zijn of haar goede naam en faam aangetast kan voelen. Naar het oordeel van het hof kan een uitlating als de onderhavige, in beginsel in het maatschappelijk verkeer als beledigend worden opgevat. De context waarin de uitlating wordt gedaan speelt echter ook een rol. In het onderhavige geval werden de uitlatingen gedaan in een publiekelijk gevoerd politiek debat waarin de deelnemers zich per definitie uitlaten over andermans politieke standpunten. In de onderhavige zaak heeft de verdachte zich gemanifesteerd als politica die zich in een publiek forum uitliet over de door een andere politicus -zij het onder het pseudoniem 'wooninrotterdam'- gedane uitlatingen. Onder de gegeven omstandigheden en gelet op de door de aangever gedane uitlatingen en de context daarvan -te weten een chatbox waarin radicaal rechtse elementen hun mening uitten- acht het hof de door verdachte gedane uitspraak over aangever rechtens toegestaan.
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Beslissing
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de 25e meervoudige strafkamer van het gerechtshof te Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. M. Otte, J.S. Verspyck Mijnssen en A.H.A. Scholten, in tegenwoordigheid van mr. C.F. Apotheker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 9 december 2005.