NJ 2014/216
Toepassing terugkeerrichtlijn in geval van vervolging en bestraffing van een ongewenst verklaarde vreemdeling.
HR 21-05-2013, ECLI:NL:HR:2012:BY3151, m.nt. A.H. Klip
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 mei 2013
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos, N. Jörg, V. Van den Brink
- Zaaknummer
11/03075
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Noot
A.H. Klip
- LJN
BY3151
- JCDI
JCDI:ADS161829:1
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Vreemdelingenrecht / Vreemdelingenprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BY3151, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑05‑2013
ECLI:NL:PHR:2012:BY3151, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑11‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑07‑2011
- Wetingang
Art. 197 (oud), 197 Sr; Art. 67 (oud) Vreemdelingenwet 2000; Richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven
Essentie
1. Verwerping van de verweren tot niet-ontvankelijkverklaring van het OM in de vervolging en tot ontslag van alle rechtsvervolging omdat niet aannemelijk is geworden dat de verdachte staatloos is en zelf serieuze pogingen heeft ondernomen om Nederland te verlaten dan wel om aan identiteitspapieren te komen, is toereikend gemotiveerd.
2. De HR leidt uit de rechtspraak van het Hof van Justitie af dat de terugkeerrichtlijn van 16 december 2008 zich niet ertegen verzet dat op grond van art. 197 (oud) Sr een gevangenisstraf wordt opgelegd aan een tot ongewenst vreemdeling verklaarde onderdaan van een derde land ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.