Prg. 2018/280
In het kader van de transitievergoeding dienen werkgeverswisselingen van voor 1 juli 2015 te worden beoordeeld aan de hand van oud recht. Art. 7:673 BW kent geen terugwerkende kracht.
HR 12-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1909
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. A.H.T. Heisterkamp, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/05013
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1909, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:693, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑06‑2018
- Wetingang
Art. 7:673, 7:668a lid 2 (oud) BW
Essentie
Arbeidsrecht / Ontslagrecht. Dient voor de berekening van de duur van de arbeidsovereenkomst in het kader van de transitievergoeding rekening te worden gehouden met ‘oud’ recht?
Ja. Werkgeverwisselingen voor 1 juli 2015 dienen te worden beoordeeld aan de hand van art. 7:668a BW (oud).
Samenvatting
Na toestemming UWV zegt werkgever de arbeidsovereenkomst op onder toekenning van een transitievergoeding van € 1.169,68. Werkneemster verzoekt transitievergoeding van € 6.433. Bij de berekening van de transitievergoeding dient volgens haar te worden uitgegaan van een dienstverband vanaf 1997, omdat sprake is van opvolgend werkgeverschap. De kantonrechter wijst het verzoek toe. Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.