V-N 2019/34.26
Verrekening in geval van bodemverhuurconstructie aanvaardbaar
HR 21-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:995, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 juni 2019
- Magistraten
Numann, Snijders, Polak, Tanja-van den Broek, Du Perron
- Zaaknummer
18/00911
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS68733:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:995, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:489, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑04‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑03‑2018
- Wetingang
art. 53 Fw
Essentie
De Hoge Raad beslist dat de verrekening bij een bodemverhuurconstructie geen onaanvaardbare doorbreking van de gelijkheid van schuldeisers oplevert.
Samenvatting
Vlak voor het faillissement van een chrysantenkwekerij huurt de bank de bedrijfspanden van het bedrijf om aldus haar stil pandrecht op de bedrijfsinventaris om te zetten in een vuistpand, zonder dat de fiscus zijn bodemvoorrecht aan de bank kan tegenwerpen. Overeengekomen wordt dat de bank maandelijks een huurprijs aan de kwekerij betaalt. Vanaf het faillissement betaalt de bank die niet meer. De curator (eiser tot cassatie) vordert betaling tot verrekening van de verschuldigde huursom met haar (rekening-courant)vorderingen op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.