Einde inhoudsopgave
Verordening ECB/2012/24 ((EU) nr. 1011/2012) betreffende statistieken inzake aangehouden effecten
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 21-11-2012
- Bronpublicatie:
17-10-2012, PbEU 2012, L 305 (uitgifte: 01-11-2012, regelingnummer: 1011/2012 ECB/2012/24)
- Inwerkingtreding
21-11-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-10-2012, PbEU 2012, L 305 (uitgifte: 01-11-2012, regelingnummer: 1011/2012 ECB/2012/24)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verordening van de Europese Centrale Bank van 17 oktober 2012 betreffende statistieken inzake aangehouden effecten
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid artikel 5,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap (hierna: ‘ESR 95’) (1), inzonderheid bijlage A,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (2), inzonderheid op artikel 5, lid 1, en artikel 6, lid 4,
Gelet op Verordening (EG) nr. 958/2007 van de Europese Centrale Bank van 27 juli 2007 houdende statistieken betreffende de activa en passiva van beleggingsfondsen (ECB/2007/8) (3),
Gelet op Verordening (EG) nr. 24/2009 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2008 houdende statistieken betreffende de activa en passiva van securitisatietransacties verrichtende lege financiële instellingen (ECB/2008/30) (4),
Gelet op Verordening (EG) nr. 25/2009 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2008 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (ECB/2008/32) (5),
Gelet op Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (6),
Gelet op Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (7),
Overwegende:
- (1)
Ter vervulling van de taken van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) en voor het monitoren van de financiële markten en financiële activiteiten binnen het eurogebied, dient de Europese Centrale Bank (ECB), bijgestaan door de nationale centrale banken (NCB's), effectsgewijs statistische informatie van hoge kwaliteit te verzamelen aangaande door institutionele sectoren uit het eurogebied aangehouden effecten, en door ingezetenen van het eurogebied uitgegeven en door institutionele sectoren buiten het eurogebied aangehouden effecten.
- (2)
Teneinde bij te dragen aan een goede beleidsvoering door autoriteiten die bevoegd zijn ter zake van het bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen, aan de stabiliteit van het financiële stelsel en de analyse van de doorwerking van het monetaire beleid, dient de ECB bij bankgroepen effectsgewijze informatie te verzamelen inzake door die groepen aangehouden effecten.
- (3)
De gegevensverzameling beoogt de ECB te voorzien van uitvoerige statistische gegevens inzake risico's voor economische sectoren en individuele bankgroepen in de lidstaten van het eurogebied ten aanzien van specifieke effectenklassen en inzake koppelingen tussen de economische sectoren van houders en emittenten van effecten, en inzake de markt voor door ingezetenen van het eurogebied uitgegeven effecten. Het belang om over accurate gegevens te beschikken inzake de risico's voor economische sectoren en voor bankgroepen ten aanzien van specifieke effectenklassen op een zeer gedesaggregeerd niveau, werd duidelijk tijdens de financiële crisis, aangezien risico's voor financiële stabiliteit, te wijten aan besmettingsmechanismen op het niveau van individuele financiële instellingen, veroorzaakt door specifieke effectenklassen, niet op passende wijze uit de geaggregeerde gegevens af te leiden waren. Tijdige informatie inzake op het niveau van individuele effecten aangehouden effecten zal de ECB tevens in staat stellen doorwerkingsrisico's van de financiële markten naar de reële economie te monitoren.
- (4)
Bovendien zal deze statistische informatie de ECB ondersteunen bij de analyse van ontwikkelingen op financiële markten en bij het monitoren van de wijzigingen in de effectenportefeuilles van economische sectoren en de koppelingen tussen financiële intermediairs en niet-financiële beleggers.
- (5)
Gezien de samenhang tussen monetair beleid en de stabiliteit van het financiële stelsel, is de effectsgewijze verzameling van statistische informatie aangaande ingenomen effectenposities en financiële transacties, en voor de afleiding van transacties uit posities, tevens noodzakelijk om te voldoen aan regelmatige en ad-hoc analytische behoeftes ter ondersteuning van de ECB bij de uitvoering van monetaire en financiële analyses, alsook voor de bijdrage van het ESCB aan de stabiliteit van het financiële stelsel. Deze statistische informatie zal de combinatie mogelijk maken van enerzijds informatie inzake door institutionele sectoren aangehouden effecten en anderzijds informatie inzake de individuele emittenten in de hele wereld, hetgeen een belangrijk instrument vormt voor het monitoren van ontstaan en ontwikkeling van financiële onevenwichtigheden.
- (6)
Het is tevens noodzakelijk de ECB in staat te stellen analytische en statistische ondersteuning te verlenen aan het Europees Comité voor systeemrisico's, zulks overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1096/2010 van de Raad van 17 november 2010 tot toewijzing aan de Europese Centrale Bank van specifieke taken betreffende de werking van het Europees Comité voor systeemrisico's (8).
- (7)
Om deze reden dient de Raad van bestuur van de ECB voor de gegevensverzameling krachtens deze verordening rapporterende bankgroepen te identificeren, rekening houdend met de omvang van de geconsolideerde balans van elke groep, in verhouding tot de activa van de geconsolideerde balansen van alle bankgroepen uit de Europese Unie, het belang van groepsactiviteiten in een specifiek segment van de bancaire sector en de betekenis van de groep voor de stabiliteit en werking van het financiële stelsel in het eurogebied en/of individuele lidstaten.
- (8)
De normen voor de bescherming en het gebruik van vertrouwelijke statistische informatie, zoals vastgelegd in artikel 8 van de Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad, dienen van toepassing te zijn.
- (9)
De rapportageverplichtingen uit hoofde van deze verordening, waaronder vrijstellingen daarvan, laten de rapportageverplichtingen in andere ECB-rechtshandelingen en -instrumenten onverlet, die althans gedeeltelijk tevens effectsgewijze rapportage van statistische informatie inzake aangehouden effecten kunnen bestrijken.
- (10)
Het is noodzakelijk een procedure op te zetten om doelmatig technische wijzigingen in de bijlagen bij deze verordening door te voeren, op voorwaarde dat dergelijke wijzigingen het onderliggende conceptuele kader niet veranderen en geen effect hebben op de rapportagelast van de informatieplichtigen in de lidstaten. Deze procedure dient rekening te houden met het standpunt van het comité statistieken van het ESCB,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: