Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad
Artikel 11 Vastlegging van kredieten
Geldend
Geldend vanaf 11-05-2019
- Bronpublicatie:
18-12-2018, PbEU 2019, L 122 (uitgifte: 10-05-2019, regelingnummer: 2019/715)
- Inwerkingtreding
11-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2018, PbEU 2019, L 122 (uitgifte: 10-05-2019, regelingnummer: 2019/715)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
EU-recht / Instituties
1.
Met de op de begroting van het orgaan van de Unie opgevoerde kredieten mogen vastleggingen worden gedaan vanaf 1 januari, zodra de begroting van het orgaan van de Unie definitief is vastgesteld.
2.
Voor courante administratieve uitgaven mogen vanaf 15 oktober van elk jaar vervroegde vastleggingen worden verricht ten laste van de kredieten van het volgende begrotingsjaar, op voorwaarde dat deze uitgaven in de laatste op regelmatige wijze vastgestelde begroting van het orgaan van de Unie zijn goedgekeurd, en maximaal een kwart bedragen van de kredieten die door de raad van bestuur zijn goedgekeurd in het overeenkomstige begrotingsonderdeel voor het lopende begrotingsjaar.